Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Aanwinsten der verzameling - kam te Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0232

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
trekt terstond een weinig naar de rechterzijde en is krachtig opgeheven aan het einde.
Daar is een groote en breede staartvin, verdeeld in drie deelen. Van elk deel is de punt
naar beneden gebogen. De achterste punt steekt aan het einde weder omhoog. — De
buik van den visch is geheel vlak. Daarin vindt men een gat en twee uithollingen voor
een stift met vleugels, waarop het dier had te rusten. — Thans is het beeldje ook op
een dergelijke stift geplaatst. — Aan beide zijden van den visch zijn buikvinnen. Deze
vinnen sluiten tegen het lichaam aan en eindigen, waar het visschenlijf overgaat in den staart.

Door de compositie van het geheel is de linkerzijde als de voorzijde aangeduid.
En daarom ziet men het bronsje ook van die zijde op de afbeelding. Van de rechterzijde
gezien bevredigt het voorwerp niet. Want daar is door de houding van schouder en staart
een te krachtig en gelijkmatig inbuigen van het lichaam. Ook zijn aan de rechterzijde
de spieren aan den hals van het paard eenigszins verwaarloosd. En juist deze spieren zijn

aan de linkerzijde op zoo
voortreffelijke wijze in
beeld gebracht. Het is
duidelijk, dat deze zijde
veel beter is verzorgd.
Door de wending van
het hoofd en de houding
van de beenen ten op-
zichte van den hals komen
alleen van die zijde gezien
de verschillende deelen
volkomen tot hun recht.

Het beeldje is massief
gegoten van brons, waar-
schijnlijk a cire perdue, en geheel zonder fouten. De oogappels, de neusgaten, de mond,
de band om den hals, het haar op het voorhoofd en aan de hoeven, de manen, de lijnen
op de vinnen en aan den staart zijn afgewerkt met de ciseleerstift. Aan den staart zijn
de randen der vinnen met een vijl bijgesneden. Het geheel heeft een gladde, lichtgroene,
zeer gelijkmatige patina. Op den rug is een groote vlek van ijzerroest. — Aan de
linkerzijde heeft men op ruwe wijze met een vijl de patina verwijderd. Daar ziet men
het koper geel schitteren door de dekkende groene laag. Enkele zandkorrels zijn in de
patina vastgeoxydeerd. Mond, neusgaten en oogen zijn nog gedeeltelijk met leem gevuld.

Zooals wij reeds opmerkten, stelt het beeldje een zeepaard of hippocampus voor.
Maar met dezen naam alleen is de beteekenis van het voorwerp zeker niet voldoende
aangeduid. Want het is niet waarschijnlijk, dat het bronsje een zelfstandig kunstwerk
was, vervaardigd uitsluitend met het doel een dergelijk wezen der phantasie in beeld te
brengen. In dat geval immers was een karakteriseeren van het element, waarin het dier
zich bewoog, niet achterwege gebleven. En bovendien bewijst reeds de opening aan den

220
 
Annotationen