op die plek geen Romeinsche nederzetting was van eenig belang. Wellicht is een dergelijke
nederzetting in de nabijheid te vinden. Want reeds vroeger was Millingen als vindplaats
van Romeinsche oudheden bekend. Het belangrijke grafaltaar van Mucronia Marcia te
Leiden is o. a. uit Millingen afkomstig. A. B.
Overlangbroek. — In de »N. R. Ct.” van eenige maanden geleden heeft de heer
M. Wildeman geklaagd over verwaarloozing van een grafzerk van 1503 van heer Barend
Uten Engh, in de Ned. Herv. kerk.
Rotterdam. — De betimmeringen van de Engelsche kerk te Rotterdam, die in 1913
gesloopt is, zijn in verschillende gebouwen in Engeland opnieuw aangebracht. Zij dag-
teekenen uit het begin der 18de eeuw en zijn aan Sir Christopher Wren toegeschreven.
De orgelkast werd door H. E. Luxmoore gekocht en door dezen geschonken aan
Eton Memorial Hall. Altaar, doophek, kansel, banken, deuren en galerij zijn door den
Heer A. C. Benson gekocht en bevinden zich thans te Cambridge, deels in St. Giles
Church, deels in de Hall van Selwyn College. In dit laatste is de statige altaarwand
opgesteld. De »Arch. Rev.” die de slooping een «vandalisme” noemde, bracht er een
afbeelding van. Bouwwereld, 10 Oct. 1917.
Tholen. — De Groote kerk te Tholen staat onder de kerken in het zuiden van ons
land bekend als een der mooiste Gothische bouwwerken. Men is thans het gebouw aan
het opknappen! Het front van het transept uit natuursteen opgetrokken wordt weder
onder een dikke laag verf gesmeerd, aldus schrijft de «Thoolsche Courant”. Elders gaan
rijk, provincie en gemeente voor om aloude bouwwerken die door een verflaag ontsierd
zijn, met veelal hooge kosten deze te ontdoen van de verflaag. De heeren, die hier
zeggenschap over het gebouw hebben, beginnen juist andersom te handelen en dit front
met zijn 3 nissen, waarin de ijzeren haken nog aanwezig zijn, waaraan voor de hervorming
ook beelden bevestigd waren met het wapen van Tholen, op zich zelf een der mooiste
stukken in den bouw, wordt grijs. Wij vinden het te bejammeren, dat op deze wijze
verknoeid wordt hetgeen door het besparen van kosten, of door de verf op een andere
plaats aan te wenden, ware te voorkomen geweest. Te meer daar het op steen aanbrengen
van verf deze toch niet beschermd wordt tegen de invloeden van het weder, steen is
hiertegen op zich zelf wel bestand.
Maasbode, 30/7 ’17.
Utrecht. — Uit het jaarverslag der Commissie voor de restauratie van den
Domtoren:
Teneinde voor de verdere restauratie den onderbouw in studie te kunnen nemen
werd een verder gedeelte van de later aangebrachte torenwachterswoning in de Egmonds-
kapel gesloopt. Daarbij kwamen nog de resten van een ouden schouw met tegelbekleeding
te voorschijn, klaarblijkelijk uit den oorspronkelijken bouwtijd stammend, waarvan het
245
nederzetting in de nabijheid te vinden. Want reeds vroeger was Millingen als vindplaats
van Romeinsche oudheden bekend. Het belangrijke grafaltaar van Mucronia Marcia te
Leiden is o. a. uit Millingen afkomstig. A. B.
Overlangbroek. — In de »N. R. Ct.” van eenige maanden geleden heeft de heer
M. Wildeman geklaagd over verwaarloozing van een grafzerk van 1503 van heer Barend
Uten Engh, in de Ned. Herv. kerk.
Rotterdam. — De betimmeringen van de Engelsche kerk te Rotterdam, die in 1913
gesloopt is, zijn in verschillende gebouwen in Engeland opnieuw aangebracht. Zij dag-
teekenen uit het begin der 18de eeuw en zijn aan Sir Christopher Wren toegeschreven.
De orgelkast werd door H. E. Luxmoore gekocht en door dezen geschonken aan
Eton Memorial Hall. Altaar, doophek, kansel, banken, deuren en galerij zijn door den
Heer A. C. Benson gekocht en bevinden zich thans te Cambridge, deels in St. Giles
Church, deels in de Hall van Selwyn College. In dit laatste is de statige altaarwand
opgesteld. De »Arch. Rev.” die de slooping een «vandalisme” noemde, bracht er een
afbeelding van. Bouwwereld, 10 Oct. 1917.
Tholen. — De Groote kerk te Tholen staat onder de kerken in het zuiden van ons
land bekend als een der mooiste Gothische bouwwerken. Men is thans het gebouw aan
het opknappen! Het front van het transept uit natuursteen opgetrokken wordt weder
onder een dikke laag verf gesmeerd, aldus schrijft de «Thoolsche Courant”. Elders gaan
rijk, provincie en gemeente voor om aloude bouwwerken die door een verflaag ontsierd
zijn, met veelal hooge kosten deze te ontdoen van de verflaag. De heeren, die hier
zeggenschap over het gebouw hebben, beginnen juist andersom te handelen en dit front
met zijn 3 nissen, waarin de ijzeren haken nog aanwezig zijn, waaraan voor de hervorming
ook beelden bevestigd waren met het wapen van Tholen, op zich zelf een der mooiste
stukken in den bouw, wordt grijs. Wij vinden het te bejammeren, dat op deze wijze
verknoeid wordt hetgeen door het besparen van kosten, of door de verf op een andere
plaats aan te wenden, ware te voorkomen geweest. Te meer daar het op steen aanbrengen
van verf deze toch niet beschermd wordt tegen de invloeden van het weder, steen is
hiertegen op zich zelf wel bestand.
Maasbode, 30/7 ’17.
Utrecht. — Uit het jaarverslag der Commissie voor de restauratie van den
Domtoren:
Teneinde voor de verdere restauratie den onderbouw in studie te kunnen nemen
werd een verder gedeelte van de later aangebrachte torenwachterswoning in de Egmonds-
kapel gesloopt. Daarbij kwamen nog de resten van een ouden schouw met tegelbekleeding
te voorschijn, klaarblijkelijk uit den oorspronkelijken bouwtijd stammend, waarvan het
245