Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Noord-Nederlandsche miniaturen der 15de eeuw in handschriften van den Bijbel: Handschriften te Amsterdam en Middelburg
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0274

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
met zorg gelinieerd. De lijnen, die de kolommen van den tekst omsluiten, en de lijnen,
waartusschen de regels 1, 27 en 54 zijn geschreven, heeft men over de geheele lengte
van de bladzijde doorgetrokken. Op eenigen afstand van den tekst zijn bovendien aan
de boven-, onder- en buitenzijde van de pagina twee lijnen aangebracht op korten afstand
van elkander.

Het deel is gebonden in een bruinen stempelband uit het midden van de tweede
helft der 16de eeuw, versierd met smalle rolstempels en voorzien van lederen sluitingen
met koperen haken. De rug, kleine stukken aan de platten en de sluitingen zijn vernieuwd.

Het handschrift bevat een gedeelte van een Nederlandschen Proza-Bijbel, dat
omstreeks 1580 in dezen omvang is gebonden. Het is zonder twijfel slechts een fragment.
Dat wordt bewezen door het ontbreken van drie bladen aan het eerste katern.

In dit deel vindt men de volgende boeken van den Bijbel: fol. 2 Esdras, fol. 5
Tobias, fol. 9 Judith, fol. 14 Hester, fol. 19 Daniël, fol. 30 Habacuc, fol. 31 Ezechiël,
fol. 33 Psalmen, fol. 61 fob, fol. 69vo Hooglied, fol. 72 Spreuken, fol. 80 Prediker,
fol. 83 Wijsheid, fol. 89 Sirach, fol. 104 Alexander, fol. 118 en 130 de twee boeken
der Maccabeeën, fol. 137 Jan Hyrcanus, fol. 141 Destructie van Jeruzalem.

Alle boeken behalve het Hooglied beginnen op een rechter bladzijde. Op die
wijze zijn een aantal bladzijden, die men boven vindt opgenoemd, onbeschreven gebleven.
Veelal vond evenwel de Proloog van het volgende boek op de voorafgaande linker
pagina een plaats. — De geschiedenis van Suzanna is als een afzonderlijk boek beschouwd.

Over de herkomst van het handschrift worden wij ingelicht door eenige aan-
teekeningen vóór in den Bijbel en door papieren uit de 18de eeuw, die bij het deel
behooren. Het boek was in 1579 in het bezit van Maria Hupperts, weduwe van
Mr. Wilhelm Radermacher te Aken. Op de keerzijde van het tweede schutblad vóór in
het deel teekende zij aan: de verovering van Maastricht, 29 Juni 1579 (daarbij kwam
om het leven Henricus Ros, echtgenoot van haar dochter Catharina) en het overlijden
van haar dochter Odyllia, 19 Juli 1579. Kort daarna is zij zelf gestorven. Dit blijkt uit
een aanteekening van haren kleinzoon, Daniël Radermacher. Toen kwam de Bijbel in het
bezit van Johan Radermacher. Hij teekende zijn naam vóór in het boek en op fol. 2,
boven het begin van den tektst, schreef hij : »In manibus Domini sortes meae, 18 Junij 1580”.
Ook zijn zoon Daniël schreef eenige aanteekeningen vóór in het handschrift.

De beschrijving uit de 18de eeuw vermeldt nog als bezitter: Gerlach Radermacher,
geboren te Aken in 1460 en gehuwd met Mechtel van der Haegen, die woonde te
Aken op de markt in het huis genaamd de Wildeman. Hij was de vader van
Mr. Wilhelm Radermacher.

De Bijbel is gebleven in het bezit der familie Radermacher en was in den boedel
van Samuel Radermacher, Heer van Nieuwkerk, Burgemeester der Stad Middelburg en
bewindhebber der O. I. Compagnie, geboren in 1693 en overleden in 1761. Later behoorde
het boek aan de geslachten Radermacher-Schorer en Schorer. — De bezitters wilden het in 1910
verkoopen. En het zou worden geveild op de auctie bij Frederik Muller, 16—17 Juni 1910.

262
 
Annotationen