een hoogte in het midden ziet men daar Mozes en Aaron. Mozes is kenbaar aan de horens.
Aaron draagt een mijter. Links staan de Levieten in priesterkleeding, vooraan een jonge
man met geschoren kruin en naast hem een oudere met een kapje op het hoofd. Rechts zijn
soldaten met zilveren helmen. Een van hen draagt een gouden vaandel en een zilveren
kuras. Het zilver heeft het perkament aangetast en daardoor is de omgeving verkleurd.
Beneden op den voorgrond staan eenige oude mannen. Zij maken levendige gebaren in de
richting van een groepje vrouwen, die tegenover hen staan aan de rechterzijde. Om deze
vrouwen spelen drie jongens krijgertje. De achtergrond is zwaar verguld met bladgoud.
Door deze miniaturen zijn wij in staat de kunst van den Meester te leeren
kennen. — Hij heeft voorliefde voor grove
typen en zijn werk kenmerkt zich door
een bijzonderen zin voor natuurlijkheid.
Aan de kleine figuren, die zijn voor-
stellingen vullen, weet hij groote levendig-
heid te geven. Daarbij karakteriseert hij
de verschillende personen scherp en het
gelukt hem soms reeds om ook in het
gelaat een bepaalde uitdrukking te leggen.
Maar bespeurt men bij dezen kun-
stenaar veelal een scherp waarnemen der
natuur, tot het afbeelden van een land-
schap heeft hij het nog niet gebracht. Bijna
altijd is de voorstelling geplaatst tegen een
gouden of versierden achtergrond. Een ge-
schilderde lucht vindt men slechts bij de
miniatuur met het verdrinken van Pharao.
Maar ook daar is het niet meer dan een
vlak, dat de voorstelling afsluit. Want de
kleuren blijven op den achtergrond hun
volle kracht behouden. En eerst wanneer
de kleuren in de verte verflauwen en opgaan in de tinten van de atmosfeer, kan een
indruk van diepte en ruimte ontstaan.
Op verschillende manieren is evenwel getracht toch den indruk van ruimte te
geven. De horizon is altijd nog betrekkelijk hoog in de miniatuur aangebracht. Het is
dan mogelijk een groot aantal personen boven en achter elkander af te beelden. Daarbij
schijnen de figuren te staan op een hellend vlak. En op die wijze is ook een zekere
diepte in de voorstelling gebracht. Bovendien heeft de kunstenaar voorliefde voor het
afbeelden van groepen. Hij plaatst zijn personen dicht op elkander. En van de achtersten
blijft dan slechts een deel van het hoofd of het hoofddeksel zichtbaar. Maar de indruk van
ruimte gaat zoo ook weer gedeeltelijk verloren. Want een eenheid van voorstelling wordt
266
Aaron draagt een mijter. Links staan de Levieten in priesterkleeding, vooraan een jonge
man met geschoren kruin en naast hem een oudere met een kapje op het hoofd. Rechts zijn
soldaten met zilveren helmen. Een van hen draagt een gouden vaandel en een zilveren
kuras. Het zilver heeft het perkament aangetast en daardoor is de omgeving verkleurd.
Beneden op den voorgrond staan eenige oude mannen. Zij maken levendige gebaren in de
richting van een groepje vrouwen, die tegenover hen staan aan de rechterzijde. Om deze
vrouwen spelen drie jongens krijgertje. De achtergrond is zwaar verguld met bladgoud.
Door deze miniaturen zijn wij in staat de kunst van den Meester te leeren
kennen. — Hij heeft voorliefde voor grove
typen en zijn werk kenmerkt zich door
een bijzonderen zin voor natuurlijkheid.
Aan de kleine figuren, die zijn voor-
stellingen vullen, weet hij groote levendig-
heid te geven. Daarbij karakteriseert hij
de verschillende personen scherp en het
gelukt hem soms reeds om ook in het
gelaat een bepaalde uitdrukking te leggen.
Maar bespeurt men bij dezen kun-
stenaar veelal een scherp waarnemen der
natuur, tot het afbeelden van een land-
schap heeft hij het nog niet gebracht. Bijna
altijd is de voorstelling geplaatst tegen een
gouden of versierden achtergrond. Een ge-
schilderde lucht vindt men slechts bij de
miniatuur met het verdrinken van Pharao.
Maar ook daar is het niet meer dan een
vlak, dat de voorstelling afsluit. Want de
kleuren blijven op den achtergrond hun
volle kracht behouden. En eerst wanneer
de kleuren in de verte verflauwen en opgaan in de tinten van de atmosfeer, kan een
indruk van diepte en ruimte ontstaan.
Op verschillende manieren is evenwel getracht toch den indruk van ruimte te
geven. De horizon is altijd nog betrekkelijk hoog in de miniatuur aangebracht. Het is
dan mogelijk een groot aantal personen boven en achter elkander af te beelden. Daarbij
schijnen de figuren te staan op een hellend vlak. En op die wijze is ook een zekere
diepte in de voorstelling gebracht. Bovendien heeft de kunstenaar voorliefde voor het
afbeelden van groepen. Hij plaatst zijn personen dicht op elkander. En van de achtersten
blijft dan slechts een deel van het hoofd of het hoofddeksel zichtbaar. Maar de indruk van
ruimte gaat zoo ook weer gedeeltelijk verloren. Want een eenheid van voorstelling wordt
266