DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:Byvanck, Alexander W.: Noord-Nederlandsche miniaturen der 15de eeuw in handschriften van den Bijbel: Handschriften te Amsterdam en Middelburg
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0284
van het deel te Middelburg met tien miniaturen en de randversiering. In elk opzicht is
dit werk van veel minder gehalte.
Hiernaast vindt men de groote beginletter op fol. M 118, een blauwe letter met
witte versiering op gouden grond. (Afb. 7.) In de letter is de afbeelding van een school.
Het is een gewelfd lokaal. De meester zit daar in een grooten zetel, een roede in de
hand. Bij hem zijn een vijftal leerlingen, elk met een boek.
Opmerkelijk is ook vooral nog de letter met de afbeelding van Koning Salomo,
gezeten in een hof met een zwarte vrouw, aan het begin van het Hooglied. In de overige
letters vindt men monniken geteekend. — De groote beginletters van dezen Meester, die
niet zijn gehistorieerd, zijn met bloemen en vruchten in natuurlijke kleuren versierd.
De miniaturen zijn terstond te her-
kennen door de manier van omlijsten. Want
behalve de gewone dubbele rand is steeds
nog met de pen een zwarte lijn getrokken
op eenigen afstand van den gouden band.
Maar ook de techniek van het schilderen is
bij dezen Meester geheel anders dan bij de
twee vorigen.
Twee van zijn miniaturen zijn hier af-
gebeeld. (Afb. 8). — Fol. M 118, Koning
Alexander op zijn doodsbed. — Ineen vertrek
met houten zoldering ligt de Koning te bed,
met een kroon op het hoofd. Het bed is
toegedekt door een blauwen deken met goud
borduursel. Om het bed staan twaalf mannen,
oude en jonge, in rijke fantastische kleeding,
alle met een gouden diadeem om het
hoofddeksel.
Fol. M 141, het beleg van Jeruzalem.
(Afb. 9). — Op den achtergrond ligt de stad
met zware muren en torens. Gewapenden zijn op de wallen. Naast de stad op een hoogte staat
een windmolen. Een breede gracht loopt vóór de stad en den molenheuvel. Daarin drijven
kleine bootjes. Over de gracht ligt een brug met twee bogen. Op de brug zijn soldaten.
Een gevecht wordt geleverd vóór de brug. Links op den voorgrond is een kamp van tenten.
Een boogschutter staat daarbij en schiet.
Het werk van dezen meester is weinig aantrekkelijk en zijn kunst verdient nauwelijks
een uitvoerige karakteristiek. In de eerste plaats is op te merken, hoe men bij hem allerlei
eigenaardigheden bespeurt uit lateren tijd. Er is een zeker gemak om een landschap in
elkander te zetten en de lucht daarboven te schilderen. Ook het teekenen van een kamer
met de zoldering en de wanden kost blijkbaar weinig moeite.
272
dit werk van veel minder gehalte.
Hiernaast vindt men de groote beginletter op fol. M 118, een blauwe letter met
witte versiering op gouden grond. (Afb. 7.) In de letter is de afbeelding van een school.
Het is een gewelfd lokaal. De meester zit daar in een grooten zetel, een roede in de
hand. Bij hem zijn een vijftal leerlingen, elk met een boek.
Opmerkelijk is ook vooral nog de letter met de afbeelding van Koning Salomo,
gezeten in een hof met een zwarte vrouw, aan het begin van het Hooglied. In de overige
letters vindt men monniken geteekend. — De groote beginletters van dezen Meester, die
niet zijn gehistorieerd, zijn met bloemen en vruchten in natuurlijke kleuren versierd.
De miniaturen zijn terstond te her-
kennen door de manier van omlijsten. Want
behalve de gewone dubbele rand is steeds
nog met de pen een zwarte lijn getrokken
op eenigen afstand van den gouden band.
Maar ook de techniek van het schilderen is
bij dezen Meester geheel anders dan bij de
twee vorigen.
Twee van zijn miniaturen zijn hier af-
gebeeld. (Afb. 8). — Fol. M 118, Koning
Alexander op zijn doodsbed. — Ineen vertrek
met houten zoldering ligt de Koning te bed,
met een kroon op het hoofd. Het bed is
toegedekt door een blauwen deken met goud
borduursel. Om het bed staan twaalf mannen,
oude en jonge, in rijke fantastische kleeding,
alle met een gouden diadeem om het
hoofddeksel.
Fol. M 141, het beleg van Jeruzalem.
(Afb. 9). — Op den achtergrond ligt de stad
met zware muren en torens. Gewapenden zijn op de wallen. Naast de stad op een hoogte staat
een windmolen. Een breede gracht loopt vóór de stad en den molenheuvel. Daarin drijven
kleine bootjes. Over de gracht ligt een brug met twee bogen. Op de brug zijn soldaten.
Een gevecht wordt geleverd vóór de brug. Links op den voorgrond is een kamp van tenten.
Een boogschutter staat daarbij en schiet.
Het werk van dezen meester is weinig aantrekkelijk en zijn kunst verdient nauwelijks
een uitvoerige karakteristiek. In de eerste plaats is op te merken, hoe men bij hem allerlei
eigenaardigheden bespeurt uit lateren tijd. Er is een zeker gemak om een landschap in
elkander te zetten en de lucht daarboven te schilderen. Ook het teekenen van een kamer
met de zoldering en de wanden kost blijkbaar weinig moeite.
272