i8
wegh een Otédér Katay gevonden of ge-
hoort te heiben. Het zelstfie is ook meer
als eens by donzen uit anderen gehoort,
die uitPerJien gekomen waeren, zonder
ooit daer in te veranderen.
Ja, dat meer is, wy hebben ook aen de
Sinefen zelfs bevonden , wanneer don-
zen daer van te praet quamen, dat ook
de naem van Katay hen ter oor en zy ge-
komen. En fchoon het Koningrijk van Si-
na by uitheemfche luiden aldus genoemt
ivort, zoo is evenwel geenzins te twijse-
len, osd'oorjprong des naems is eenj'deels
Befchryving des Keizerrijks
stadt van Peking in sina , aen den
Cham, Keizer van sina en oost-Tar-
tarije, hebben van daer het zelffte be-
recht over Sina en Katay, met de vol-
gende woorden gedaen.
Wy zijn heden gekomen aen de
hooftstadt van Sina, daer de Keizer
der Tarters tegenwoordigh zijn ver-
blijf gevestigt heeft. Alhier is het
ware Kambalu des Koningrijks van Ka-
tay, welkdeKompanjie vruchteloos
twee male gezocht heeft. De Mo-
ren en Moskoviters , die alhier ten
uit de Sineefche,eenfdeelsuitTarterfche | koophandelkomen, noemen dezelve
taletefamengefmeet.Wantzodikwils de \ Cambalu. Dan 't geen allermeest dit
Sinefen in degefchreve boeken deTzrters
noemen,zeggen zy Lu, en het Noorderge-
ivefl Pa, en niet alleen Pe. Maer Cam is
by de Tarters zoo veel gezeit als groot.
En wijl ten zeiven tijde,in den welken de
Tirters zich ten rijke van Sina ingedron-
gen hebben, de Tarterfche Koning zijnen
zetel inPeking geplant had, heest dees
hierom dezelve Cambalu genoemt; hoe-
welze namaeIs, gelijk by verfcheide vol-
ken de letter P in B verandert wordt,
Cambalu u beginnen genoemt te wor-
den: niettegenjtaende de Sinefen, die
hyna de B ontberen , ook noch heden
Cambalu zeggen.
Hier uit blijkt duidelijk, dat Markus
Paulus de Venetiaender ten dien tijde in
dat rijk doorgeboort u , wanneer de Tar-
ters over de Sinefen heerfchten, en mis-
schien met de Tarters zels derwaert door
gedrongen zy. Door desselfs gejehristen is
het Koningrijk van Sina onder dien naem
in Europe bekent geworden, diende Tar-
ters gebruikten; te weten, die het Katay,
en de rijxssadt Cambalu noemen.
En ZOO misschien iemant zou wil te-
genwerpen: dat degrens-palen van Mar-
kus Paulus breder uitgebreit worden,als
heden die van de Sinefen uitgeftrekt
leggen. Dit, fchoon waerzy, dewijl ik
noch noit onderzocht heb , zoo kan wel
zijn, dat zy degebuur-geweflen der T%r-
ters, een weinigh meer na 't Noor de,met
dien algemeinen naem genaemt hebben.
Nu tertijdt, evenwel, is geengewesi
luiten de Sineefche muur te vinden,
welk Katay gen oemt wort.
D'onzen, afgezonden des jaers
zestien hondert vijf en vijftig, in ge-
zantsehap naer de Keizerlijke hooft-
zeggen bekrachtigt, is dat effen vijf
mijlen boven Peking , op d'andere
zijde van deze hoge bergen, die Sina
en Tartarije scheiden , tusfchen de
welke de grote muur gesticht is, gene
andere volken wonen , dan Weiter
Tarters , gemenelijk genaemt Sauw,
dat 's gezeit, yuil en morssich : en ver-
der een ander Ham der Tarters , ge-
heeten Jupitas of Zutatten , welker
lant strekt tot aen de binnen of
Noordzee. Zeer arm zijn deze Tar-
ters, gekleet met vellen van vhTchen,
en hebben niet te verkopen dan peer-
den , sabels', bevers en andere pelte-
ryen. De beschryving des Lantschaps
van Katay komt niet over een met het
geen men uit het verhael van hunne
landen heeft. Het is gelegen ten ooste
en Noord-ooste van sina : zijn ge-
buurvolken van het hangend eilant
Coree en de lantstrekc Leauwnt. Hun
lant strekt na't noorde tot aen de vijf-
tigh.graden, alwaer het paelt aen de
zee, en aen hetlantvan Efo oïjefo:
waer van het grootste gedeelte ook
onder den Keizer van Sina staet. Dus
verre van Katay.
De voor-gedachte Keizer Yu heeft verdetimg
ooknaerstelijk ga gessagen, onder de
heerschappye van welk hemelschge- r».
sternte of ster-koppel ieder lant, ja ie-
der lantstreke en stadt des Keizerrijks
gelegen ware. Desselfs oordeel in dit
stuk is noch heden by de Sinesen in
wezen, en wort de verdeding van Yu
genoemt.
Wyders , de Sinesen hebben acht
en twintig ster-koppelen, die men wil
dat oulinx met onze acht en tvvintigh
hui-
wegh een Otédér Katay gevonden of ge-
hoort te heiben. Het zelstfie is ook meer
als eens by donzen uit anderen gehoort,
die uitPerJien gekomen waeren, zonder
ooit daer in te veranderen.
Ja, dat meer is, wy hebben ook aen de
Sinefen zelfs bevonden , wanneer don-
zen daer van te praet quamen, dat ook
de naem van Katay hen ter oor en zy ge-
komen. En fchoon het Koningrijk van Si-
na by uitheemfche luiden aldus genoemt
ivort, zoo is evenwel geenzins te twijse-
len, osd'oorjprong des naems is eenj'deels
Befchryving des Keizerrijks
stadt van Peking in sina , aen den
Cham, Keizer van sina en oost-Tar-
tarije, hebben van daer het zelffte be-
recht over Sina en Katay, met de vol-
gende woorden gedaen.
Wy zijn heden gekomen aen de
hooftstadt van Sina, daer de Keizer
der Tarters tegenwoordigh zijn ver-
blijf gevestigt heeft. Alhier is het
ware Kambalu des Koningrijks van Ka-
tay, welkdeKompanjie vruchteloos
twee male gezocht heeft. De Mo-
ren en Moskoviters , die alhier ten
uit de Sineefche,eenfdeelsuitTarterfche | koophandelkomen, noemen dezelve
taletefamengefmeet.Wantzodikwils de \ Cambalu. Dan 't geen allermeest dit
Sinefen in degefchreve boeken deTzrters
noemen,zeggen zy Lu, en het Noorderge-
ivefl Pa, en niet alleen Pe. Maer Cam is
by de Tarters zoo veel gezeit als groot.
En wijl ten zeiven tijde,in den welken de
Tirters zich ten rijke van Sina ingedron-
gen hebben, de Tarterfche Koning zijnen
zetel inPeking geplant had, heest dees
hierom dezelve Cambalu genoemt; hoe-
welze namaeIs, gelijk by verfcheide vol-
ken de letter P in B verandert wordt,
Cambalu u beginnen genoemt te wor-
den: niettegenjtaende de Sinefen, die
hyna de B ontberen , ook noch heden
Cambalu zeggen.
Hier uit blijkt duidelijk, dat Markus
Paulus de Venetiaender ten dien tijde in
dat rijk doorgeboort u , wanneer de Tar-
ters over de Sinefen heerfchten, en mis-
schien met de Tarters zels derwaert door
gedrongen zy. Door desselfs gejehristen is
het Koningrijk van Sina onder dien naem
in Europe bekent geworden, diende Tar-
ters gebruikten; te weten, die het Katay,
en de rijxssadt Cambalu noemen.
En ZOO misschien iemant zou wil te-
genwerpen: dat degrens-palen van Mar-
kus Paulus breder uitgebreit worden,als
heden die van de Sinefen uitgeftrekt
leggen. Dit, fchoon waerzy, dewijl ik
noch noit onderzocht heb , zoo kan wel
zijn, dat zy degebuur-geweflen der T%r-
ters, een weinigh meer na 't Noor de,met
dien algemeinen naem genaemt hebben.
Nu tertijdt, evenwel, is geengewesi
luiten de Sineefche muur te vinden,
welk Katay gen oemt wort.
D'onzen, afgezonden des jaers
zestien hondert vijf en vijftig, in ge-
zantsehap naer de Keizerlijke hooft-
zeggen bekrachtigt, is dat effen vijf
mijlen boven Peking , op d'andere
zijde van deze hoge bergen, die Sina
en Tartarije scheiden , tusfchen de
welke de grote muur gesticht is, gene
andere volken wonen , dan Weiter
Tarters , gemenelijk genaemt Sauw,
dat 's gezeit, yuil en morssich : en ver-
der een ander Ham der Tarters , ge-
heeten Jupitas of Zutatten , welker
lant strekt tot aen de binnen of
Noordzee. Zeer arm zijn deze Tar-
ters, gekleet met vellen van vhTchen,
en hebben niet te verkopen dan peer-
den , sabels', bevers en andere pelte-
ryen. De beschryving des Lantschaps
van Katay komt niet over een met het
geen men uit het verhael van hunne
landen heeft. Het is gelegen ten ooste
en Noord-ooste van sina : zijn ge-
buurvolken van het hangend eilant
Coree en de lantstrekc Leauwnt. Hun
lant strekt na't noorde tot aen de vijf-
tigh.graden, alwaer het paelt aen de
zee, en aen hetlantvan Efo oïjefo:
waer van het grootste gedeelte ook
onder den Keizer van Sina staet. Dus
verre van Katay.
De voor-gedachte Keizer Yu heeft verdetimg
ooknaerstelijk ga gessagen, onder de
heerschappye van welk hemelschge- r».
sternte of ster-koppel ieder lant, ja ie-
der lantstreke en stadt des Keizerrijks
gelegen ware. Desselfs oordeel in dit
stuk is noch heden by de Sinesen in
wezen, en wort de verdeding van Yu
genoemt.
Wyders , de Sinesen hebben acht
en twintig ster-koppelen, die men wil
dat oulinx met onze acht en tvvintigh
hui-