Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Dapper, Olfert
Beschryving Des Keizerryks Van Taising Of Sina: Vertoont in de Benaming, Grens-palen, Steden, Stroomen, Bergen ... Tale, Letteren, &c. ; Verciert met verscheide Koopere Plaeten — Amsterdam, 1670

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.9539#0295

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Vogel Tung
boitfung.

van Sint,
bergen der Landtschappen van Xensi
en Quangsi. Deze zijn van ongeme-
ne grote, wit van kop, en met veler-
lei ssagh van veren vereiert : hebben
een bultige ruch , desgelijx voor de
borst zekere bult, waerom zy Toki ge-
heten worden , dat 'skameel-hennen.
In d' eerste landstreke Chingtufu des
Landschaps van Suchuen is zeker won-
derlijk en bezicns waerdigh vogeltje,
welk de Sinesen Tungh'oafung noemen,
dat 'svogelvan den bloem Tung: (Fung
bediet vogel: Boa bloem, en Tung is
d'eigen naem des bioems) want het
groeit uit den bloem Tunghoa, en leeft
zoo lang, als de bloem zelf des booms
duurt. Men zou het een levendige en
vliegende bloem mogen noemen.zoo
gelijk is het, eensdeeïs in schoonheid,
eensdeelsÜn kortheid van leven, met
een en blo em.
Het heeft een rootachtige bek, is
zoet van smaek, en, tot wonder van
eenen iegelijk, met de grootste ver-
scheidenheid van kleuren gescha-
keert.
vtgeicbin. In Sïna is zeker vogeltje Chin ge-
noemt, wiensssagh-veren, met wijn
(dees word getrokken uit rijs en San-
pegenoemt)gemengt, en daernafljn
gefloten, een dodelijk vergif is, door
gene artzenye te weder-fiaen.
In de landtstreke Xincheufu des
Landschaps van Huquang hout op den
bergh Lokung zeker vogel, die noit
eenigh geluid geeft, dan tegen den re-
gen-tijdt, tot een voorteken voorde
huissuiden.
In de landtstreke Kiahingfu des
Landschaps van Chekiang vangen de
Sinesen in den Herfst zekere vogelt-
jes, Hoangcio geheten, die zyin den
voorzeiden rijs-wijn leggen , en het
geheel jaer door verkopen.
In d' eerste landtstreke Queilingsu
des Landtschaps van Quangsi vallen
zeer fraeie en velerlei kleurige voge-
len , met schone en zeer fraeie plui-
men, die de Sinesen onder dezijde-
stoslèn weven.
Ln de landstreke Kiocingsu des Land-
schaps van Junnan heeftmen zwalu-
wen met kleine en grote witte plek-
ken onder 't lijf-
De Sineesche Artzen weten daer

Vogel Lo
kung.

Vogel
Hoangcio.

osTaising. 233
van een zeer krachtigh oogh-water
toetestellen, tot een genees middel
tegen alle gebreken der oogen.
J Ongeloofelijk veel endten zijn in Endte».
het Landschap van Quantung , door
! de zonderlinge naerstigh en vaerdig-
I heit der landzaten, in die aen te fok-
I ken en te queken. Wel heeftmen die
I over al in S/na, maer nergens zoo
{ overvloedelijkalsinX^j#ta«g;.
[ d'Endten broeien aldaer d'eiren
I niet uit, gelijk.hier te lande; maer de
! Sinesen st eken die in een oven, een
| weinig warm gemaekt; of begraven-
: ze onder de mest, by na opeen zel-
i ve wijze, gelijk men zcit d'Egyptc-
! naers doen.
De Sinesen voeden op hun sche-
pen en vlotten van bamboes-riet hele
kooien met endten, die zy aen strand
of aen d'oevers der stromen brengen,
om aldaer, met het assopen des wa-
ters , haer aes en voetsel, als oesters,
kreeften en andere spijze, op 't droge
strandt te laten zoeken. Verscheide
troppen van vele schepen vermengen
zich dikwils in 't water en op 'tstrant
onder malkandre ; doch keert ieder
trop, tegen den avont, op het geluit
van een bekken , daer op gessagen
wort, na zijn schip. De Sinesen ge-
bruiken d'endten ook om het on-
kruit uit de rijs te wieden.
Schier door geheel Sina wort zeker vogel uit-
vogel gevonden, Louwa in 't Sineesch **■
geheten. Dees is wat kleinder, als
j een gans, en een rave niet zeer onge-
lijk, meteen langen hals en bek, als
j eenarent, op het einde krom omge-
! bogen, met voeten, dievan een gans
j of zwaen gelijk, en een zonderling
j wijdekropjbequacm tenvischvangst.
| Plinius schijnt deezen vogel met
j een gricksehen naem Onocrotalw te
noemen, (welk zoo veel gezeit is, als
trommel des ezels, omzijn schoren
yzelijk geluit) en in volgende woor-
den te beschrijven:
d'Onocrotalus heihen de gehjkenu
<van zwanen, en worden gehouden ge-
heellijk niet te verjchillen, ten zy in der
\ zeiver kelc zekerJl^g van een andere lijf.
moeder waere. Hier in hoopt het on-
\ verzaedelijk gedierte alles te zamen;
zulx die van een wonderlijke ruimte is.
1 - G g Aen-
 
Annotationen