76
DOOMER.
(17) . Een Maria met liet Xindeken Jesus en Joseph door
den Overleden geschildert.
(18) . Een Osje; een lastdragende Esel.
(19) . Een blompotje van paerlemoer (Perlmutter).
(20) . 12 landschapjens soo met als sonder lysten (mit uncl
okne Rahrnen).
(21) . Een gesadelt paercl; een bul (Stier); een Cameel.
(22) . Een schets (Skizze) van Maria met haar kind en Joseph.
(23) . 6 schilderijtjens sonder lyst en een schets.
(24) . Een van Ismael met Hagar.
(25) . Een Landschapje met een pleysterplaetsie (Wirtshaus).
(26) . Een Landschap met staende en springende bokjens.
(27) . Een d° met een groote bock.
(28) . De Overste Älexander en Jacldes cle LLogepriester.
(29) . Een Jac'ob en Bachel door cle Overleden geschildert.
(30) . 'T berouw van Judas cloor den Overleden geschildert.
(31) . Een bok en een ram (Widder) door clen Overleden ge-
schildert.
(32) . Twee tronitjens van Bembrand van Bhijn.
(33) . Twee Katten by de visch door den Overleden geschildert.
(34) . Twee Koeytjens (Kiihe) door den Overleden geschüdert.
(35) . Een LLarder en LLarclerin door den Overleden geschildert.
(36) . Een hartshooft (Hirsclikopf), een historie van de Ver-
loren Soon.
(37) . Een historie van Tobias met den Engel cloor Bembrandt
van Bhyn.
(38) . Twe contrefaictsels van des Overleclens Vader en Moeder
cloor Bembrand van Bhijn geschilderd en geprelegateert
aen LLermanus Vorster ^).
(39) . Een conterfaitsel van clen Overleden door Drost ge-
schildert mede geprelegateert aen LLermanus Voster x).
(40) . Een conterfaictsel van clen Overleden en een van syn
laetste huysvrou, beyde geprelegateert aen Geertruyd
Voster !).
(41) . Een van een staende haen.
1) Yerg], Beilage ].
DOOMER.
(17) . Een Maria met liet Xindeken Jesus en Joseph door
den Overleden geschildert.
(18) . Een Osje; een lastdragende Esel.
(19) . Een blompotje van paerlemoer (Perlmutter).
(20) . 12 landschapjens soo met als sonder lysten (mit uncl
okne Rahrnen).
(21) . Een gesadelt paercl; een bul (Stier); een Cameel.
(22) . Een schets (Skizze) van Maria met haar kind en Joseph.
(23) . 6 schilderijtjens sonder lyst en een schets.
(24) . Een van Ismael met Hagar.
(25) . Een Landschapje met een pleysterplaetsie (Wirtshaus).
(26) . Een Landschap met staende en springende bokjens.
(27) . Een d° met een groote bock.
(28) . De Overste Älexander en Jacldes cle LLogepriester.
(29) . Een Jac'ob en Bachel door cle Overleden geschildert.
(30) . 'T berouw van Judas cloor den Overleden geschildert.
(31) . Een bok en een ram (Widder) door clen Overleden ge-
schildert.
(32) . Twee tronitjens van Bembrand van Bhijn.
(33) . Twee Katten by de visch door den Overleden geschildert.
(34) . Twee Koeytjens (Kiihe) door den Overleden geschüdert.
(35) . Een LLarder en LLarclerin door den Overleden geschildert.
(36) . Een hartshooft (Hirsclikopf), een historie van de Ver-
loren Soon.
(37) . Een historie van Tobias met den Engel cloor Bembrandt
van Bhyn.
(38) . Twe contrefaictsels van des Overleclens Vader en Moeder
cloor Bembrand van Bhijn geschilderd en geprelegateert
aen LLermanus Vorster ^).
(39) . Een conterfaitsel van clen Overleden door Drost ge-
schildert mede geprelegateert aen LLermanus Voster x).
(40) . Een conterfaictsel van clen Overleden en een van syn
laetste huysvrou, beyde geprelegateert aen Geertruyd
Voster !).
(41) . Een van een staende haen.
1) Yerg], Beilage ].