Bredius, Abraham [Bearb.]: Künstlerinventare: Urkunden zur Geschichte der holländischen Kunst des XVIten, XVIIten und XVIIIten Jahrhunderts (Band 1) (Haag, 1915)

306


HARMANSZ.


17.

Fen

cgroot lantschap van Groeneivegen.


18.

Een gulclen regen (Danae), van Ketel.


20.

Een lantschap van den Overleden.


21.

Een

d° van Govert Jcmss.


22.

Een

ci° van den Overleclen.


24.

Een

cl° met eenige personcigies van den

Overleclen.

58.

Een

tegckeningh van van de Velcle, in een

slechte Ijst

(einfacher Rahmen).

Im Ganzen 411 Bilder, ansser den genannten leider alle
ohne Namen.

Ferner eine grosse Sammlung von

Printen encle Teijckeninghen.

(Wornnter:) Nr. 3. . . . van (Hans) JBol; Nr. 4. .. . van
Frans Floris en HeemskercJc; Nr. 8. .. . van Marten de Yos;
N. 17. .. . van Älbert Durer; Nr. 18. . . . van Blonimert
en Vinckeboons; Nr. 23. . . . van Tempeest; Nr. 24. .. .
van Breugel; N. 27. . . . van Luccis van Legclen; Nr. 28..
Lantschappen van P r van Santvoort en anderen; Nr. 39.
Prenten van Bubbens en van Dgck; N. 43. . . . van Lucas
Cranctth; Nr. 44. Tegckeninghen van Blomrnert; Nr. 46.
Tegckeninghen vcm van Goyen; Nr. 48. Printen van Sebcdt
Beham en Alclegreeff.

2 copere aensichtgens.

Een houte ledeman (hölzerne Grliederpuppe).

Allerlei Malutensilien, wie Farben, Pinsel usw.

Der Maler wohnte in Amsterdam in der Anna Dwars-
straat. 1)

1) Prot. Not. P. de Bary, Amsterdam.