KLEENEKNECHT.
349
Sein Yater, cler 1627 nnd 1632 als schipper erwälmt wird,
liiess Cornelis -Jansz Cleynekneclit.
1—3 Februari/ 1674. Inventaris van cle ScMlderijen enz.
van JBarent Cornelisz Kteijneknecht. x)
Opt Comptoir:
(1 ). 1 2)1 groot schüderije op een raem, sijnde een stil ivcäer
(ruliige See).
(2) . 1 d° lantschap in een vergidde lijst.
(3) . 1 stü water op een raem.
(4) . 1 dito, onvolmaelit (unvollendet).
(5) . Een bcitalie.
(6) . Een conterfeitsel.
(7) . Een onvolmciecte see, op een rciem.
(8) . Een schilderye vant IJ met schepen.
(9) . Een ivinter.
(10) . Een see op paneel (auf Holz).
(11) . Een clito storm see.
(12) . Een dito see, stil tucäer.
(13) . Een ouderwets (altertümliclie) geselschap.
(14) . Een see op een pcineel.
(15) . Tivee schetsjes (Studien) van seetgens op doeck (Leinwand).
(16) . 2 cleijne teeckeningetjes (Zeicknungen).
(17) . Een grcteu seetge met een onvolmaecktlantscliapje sijnde . . .
(18) . Noch 2 schetsen op doeck.
(19) . Een onvolmaeckt stil ivcäer.
(20) . Een Itcdiaens schildery in een vergulde lijst.
(21) . Een scheepje met d° lyst, {ivert gesecht Jan Gornelise
toetcbehooren [soll, wie man sagt, dem Jan Cornelisz
gehörenj).
(22) . Een lantschapschilderytge in d° lyst.
(23) . Een teeckeningh van een onvolmaeckt scheepge (Schiff im
Bau) in sivarte lijst.
1) Das Aktenstlick ist lialb verbrannt.
2) Die in ( ) beigefiigte Numnierierung ist im Original nickt vorhanden.
349
Sein Yater, cler 1627 nnd 1632 als schipper erwälmt wird,
liiess Cornelis -Jansz Cleynekneclit.
1—3 Februari/ 1674. Inventaris van cle ScMlderijen enz.
van JBarent Cornelisz Kteijneknecht. x)
Opt Comptoir:
(1 ). 1 2)1 groot schüderije op een raem, sijnde een stil ivcäer
(ruliige See).
(2) . 1 d° lantschap in een vergidde lijst.
(3) . 1 stü water op een raem.
(4) . 1 dito, onvolmaelit (unvollendet).
(5) . Een bcitalie.
(6) . Een conterfeitsel.
(7) . Een onvolmciecte see, op een rciem.
(8) . Een schilderye vant IJ met schepen.
(9) . Een ivinter.
(10) . Een see op paneel (auf Holz).
(11) . Een clito storm see.
(12) . Een dito see, stil tucäer.
(13) . Een ouderwets (altertümliclie) geselschap.
(14) . Een see op een pcineel.
(15) . Tivee schetsjes (Studien) van seetgens op doeck (Leinwand).
(16) . 2 cleijne teeckeningetjes (Zeicknungen).
(17) . Een grcteu seetge met een onvolmaecktlantscliapje sijnde . . .
(18) . Noch 2 schetsen op doeck.
(19) . Een onvolmaeckt stil ivcäer.
(20) . Een Itcdiaens schildery in een vergulde lijst.
(21) . Een scheepje met d° lyst, {ivert gesecht Jan Gornelise
toetcbehooren [soll, wie man sagt, dem Jan Cornelisz
gehörenj).
(22) . Een lantschapschilderytge in d° lyst.
(23) . Een teeckeningh van een onvolmaeckt scheepge (Schiff im
Bau) in sivarte lijst.
1) Das Aktenstlick ist lialb verbrannt.
2) Die in ( ) beigefiigte Numnierierung ist im Original nickt vorhanden.