300 gulden. Boven den ingang vindt men de wapens Lalaing mannen- en Culemborg
vrouwenwapen. Daaronder staat in een omlijsting:
»Ingenuam sobolem citius genitoribus orbam
Suscipit et gremio heic Elisabetha fovet,
Ab anno MDLX.”
De zware en lage kluis aan de poort is sedert 1782 vervangen door een zoldering,
waaronder men den Weeshuisgang kan inrijden. Boven dien doorgang vindt men nog aan
de binnenzijde twee raamnissen met oorspronkelijke profileeringen. In plaats van het voor-
malige ziekenhuis, ter rechterhand, en de voormalige woning van den prelaat van Mariën-
weerd ]), ter linkerhand, vindt men er thans particuliere huizen.
Het gebouw zelf is in- en uitwendig zeer veranderd. Een orkaan rukte in 1856 het
dak en het bovenste gedeelte der muren weg en bracht groote wijziging in het uiterlijk
van het gebouw. De ramen werden veranderd en alleen in het front en in den Oostvleugel
vindt men nog overblijfselen van de oorspronkelijk geprofileerde raamnissen, die de kruis-
ramen bevatten; een dichtgemetseld kruisraam zit nog in den Westvleugel op de eerste
verdieping. Boven de deur in het hoofdgebouw staat in het bovenlicht het monogram Ai
en in den Westvleugel is een steen ingemetseld met de wapens van Anthonis en Elisabeth,
de opschriften A. en een gelijkluidend als boven de poort in de Heerenstaat.
De kapel is nog aanwezig, maar wordt thans als bergplaats gebruikt. Zij is met
drie gewelfvakken met steenen kruisgewelven met graten overdekt, die door gordelbogen
van elkander gescheiden zijn.
In het Weeshuis vindt men in de regentenkamer in den Westvleugel onderstaande
opschriften: «Elisabetha | Culenburgi ohm | Domina orborum | Culenburgensium | nunc
etiam | nutrix”.
»Testatrice | Elisabetha orbos | Hic ah jusserunt | 10 Culenburgensis | 10 Schoon-
hovius | Leon. Herdenkius | Melch. Culenborg | MDLX”.
In de regentenkamer worden bewaard : het »Canneken van grouw aerde met silveren
litken en het silver beeckerken”, dat protectoren bij hun jaarlijkschen maaltijd gebruikten
en die reeds op den inventaris van 1676 voorkomen.
Omtrent de schilderijen, thans nog in het Weeshuis aanwezig, kunnen wij het volgende
mededeelen. Nauw met dit Weeshuis hing samen de kapel van het H. Sacrament aan de
Noordzijde der St. Barbarakerk 3). Zij was ook door Elisabeth gesticht en bijzonder voor
de weezen bestemd, reden waarom zij zelfs als «der weesen capelle” voorkomt. Zij moesten
er Zondags ter misse gaan. Voor deze kapel vervaardigde Jan Deys, schilder te Culemborg,
een altaarstuk. Het onderwerp werd hem hiervoor door de executeuren aldus voorgeschreven.
«In ’t principael middelste velt der tafelen, dat avontmael, dat ons heere God gehouden 1 2
1) Die huizing met hof en boomgaard, staande binnen Culemborg in de Achterstraat, naast het
Weeshuis, werd 14 Mei 1584 verkocht (Voet, blz. 246).
2) Na den brand der kerk in 1654 werd deze kapel niet meer opgebouwd.
139
vrouwenwapen. Daaronder staat in een omlijsting:
»Ingenuam sobolem citius genitoribus orbam
Suscipit et gremio heic Elisabetha fovet,
Ab anno MDLX.”
De zware en lage kluis aan de poort is sedert 1782 vervangen door een zoldering,
waaronder men den Weeshuisgang kan inrijden. Boven dien doorgang vindt men nog aan
de binnenzijde twee raamnissen met oorspronkelijke profileeringen. In plaats van het voor-
malige ziekenhuis, ter rechterhand, en de voormalige woning van den prelaat van Mariën-
weerd ]), ter linkerhand, vindt men er thans particuliere huizen.
Het gebouw zelf is in- en uitwendig zeer veranderd. Een orkaan rukte in 1856 het
dak en het bovenste gedeelte der muren weg en bracht groote wijziging in het uiterlijk
van het gebouw. De ramen werden veranderd en alleen in het front en in den Oostvleugel
vindt men nog overblijfselen van de oorspronkelijk geprofileerde raamnissen, die de kruis-
ramen bevatten; een dichtgemetseld kruisraam zit nog in den Westvleugel op de eerste
verdieping. Boven de deur in het hoofdgebouw staat in het bovenlicht het monogram Ai
en in den Westvleugel is een steen ingemetseld met de wapens van Anthonis en Elisabeth,
de opschriften A. en een gelijkluidend als boven de poort in de Heerenstaat.
De kapel is nog aanwezig, maar wordt thans als bergplaats gebruikt. Zij is met
drie gewelfvakken met steenen kruisgewelven met graten overdekt, die door gordelbogen
van elkander gescheiden zijn.
In het Weeshuis vindt men in de regentenkamer in den Westvleugel onderstaande
opschriften: «Elisabetha | Culenburgi ohm | Domina orborum | Culenburgensium | nunc
etiam | nutrix”.
»Testatrice | Elisabetha orbos | Hic ah jusserunt | 10 Culenburgensis | 10 Schoon-
hovius | Leon. Herdenkius | Melch. Culenborg | MDLX”.
In de regentenkamer worden bewaard : het »Canneken van grouw aerde met silveren
litken en het silver beeckerken”, dat protectoren bij hun jaarlijkschen maaltijd gebruikten
en die reeds op den inventaris van 1676 voorkomen.
Omtrent de schilderijen, thans nog in het Weeshuis aanwezig, kunnen wij het volgende
mededeelen. Nauw met dit Weeshuis hing samen de kapel van het H. Sacrament aan de
Noordzijde der St. Barbarakerk 3). Zij was ook door Elisabeth gesticht en bijzonder voor
de weezen bestemd, reden waarom zij zelfs als «der weesen capelle” voorkomt. Zij moesten
er Zondags ter misse gaan. Voor deze kapel vervaardigde Jan Deys, schilder te Culemborg,
een altaarstuk. Het onderwerp werd hem hiervoor door de executeuren aldus voorgeschreven.
«In ’t principael middelste velt der tafelen, dat avontmael, dat ons heere God gehouden 1 2
1) Die huizing met hof en boomgaard, staande binnen Culemborg in de Achterstraat, naast het
Weeshuis, werd 14 Mei 1584 verkocht (Voet, blz. 246).
2) Na den brand der kerk in 1654 werd deze kapel niet meer opgebouwd.
139