Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 1.1908)

van Rombout Verhuist, 44—47 ; Kist met beeld-
werk, 101 ; Grafmonument van Nicolaes van
Putten en Aleydis, 102; Beeldhouwwerk te
Culemborg, 122,124,127-129,133,134,135; Idem
te Zaltbommel, 148; Poort van het Pluis Hengelo
te Lonneker, met alb., 162—164; Gevelsteen
van de R.-K. Kerk te Zenderen, met afb.,
164—166; Beschrijving der grafzerken in de prov.
Groningen, 189; Decoratie van het Bossche
raadhuis, 217—218; Grafzerk van Adriana van
Roon, met afb., 230—231; Restauratie der graf-
tombe van bisschop George van Egmond, 233—
234; Snijwerk in de trouwzaal van het raadhuis
te Zwolle, met afb., 254—256; Onze Lieve
Vrouwe van Ommel, 264.

Beerestraten (Joh. van), De Groote Markt te
’s-PIertogenbosch, 212—213, 216, 218.

Beets (N.), De aan Jan van Scorel toegeschreven
Warmenhuizer gewelfschilderingen, met afb.,
62-70.

Begeyn (Abraham), Eendenpoel, 243.

Behangsel, 120.

Bentheim (Ernst Wilhelm, graaf van), 163.

Bentheim (Everwijn, graaf van), bijlage.

Benthem (Luder von), steenhouwer te Bremen,
17-19.

Benting, 128.

Berchem (Nicolaes), Landschap, 6.

Berg (Catharina, gravin van den), Portret van
haar en haar echtgenoot Floris II van Pallant,
door Paulus Moreelse, 141 ; Haar portret
door?, 141.

Bergen, geslacht, 128.

Bergen op Zoom, Afbraak der huizen grenzende
aan de Gevangenpoort, 102.

Beuzichem (Hubert van), 116, bijlage.

Beuzichem (Roelof van), stichter van Culem-
borg, 108, bijlage.

Beyeren (Abraham van), Stilleven, valsch ge-
merkt —, 206—207.

Bicker (Geertruida), 236.

Blieck (de), 259.

Bloemaert?, Portret van Anna of Eleonora Maurice,
prinses van Portugal, 142.

Bloemendal (Matthes van), drossaard van Culem-
borg, Zijn grafzerk, 128.

Blommendael (Jan), beeldhouwer, 45.

Boekbespreking, 21—32, 44—48, 97—99, 175—186,
257-262.

Boerhaave (Herman), Zijn portret, door Corn.
Troost, 8.

Bogaerts (A. J.), Lithografie van het stadhuis te
’s-LIertogenbosch, 213.

Bondt (Johan de), 259.

Borch (Gerard ter), Koestal, met afb.; Scharen-
slijpersfamilie; Paardenstal, 239.

Borselen (Eleonora en Frank van), 128, bijlage.

Borssom (Anthonij van), Maanlandschap, 242.

Boskoop, Oudheden opgegraven, 187.

Boxmeer (van), bijlage.

Bramer (W.), klokkengieter, 256.

Bray (jan de), Judith, 197; Regenten van het
Arme-Kinderhuis te LIaarlem, 263.

Brechiet (Hans Conrad), goudsmid, 133.

Bree (Van), Van der Werf-tafereel, 260.

Brekelenkam (Quirinus), Interieurs, 10, 206;

Mosselmaal, 243.

Brielle, Poortje van het voormalig St.-Catharina-
klooster, met afb., 227—228.

Broek (J. K. van den), 132.

Bronkhorst, 128, bijlage.

Brons, 29, 31, 38, 49, 185, 193.

Brueghel (Jan), Liet Paradijs, met figuren van
P. P. Rubens, 50.

Bruyn (Hester de), 130.

Buren (Elisabeth van), 127, 128, bijlage.

Buren (Jan van), proost van Aken en St.-Marie
te Utrecht, 109, 111, 114, bijlage.

Buys (Cornelis) de oude, Gewelfschilderingen
in Alkmaar, hem toegeschreven, 64.

Caets (Gijsbrecht van), bijlage.

Campen (Herman van), smid, 255.

Candidus (Petrus), Laatste Avondmaal, gegrav.
door Llondius, 135.

Casteren (Goyart van), president-schepen van
’s-Bosch, 220.

Ceramiek, 49, 100, 104, 124, 181—184, 187, 191—
192, 193, 194, 204-205.

Claesz. (Aert), bouwmeester, 131.

Claesz. (Harmen), 18.

Claessoen (Henric), beeldsnijder, 255.

Clinger (Max), Portret van Floris II van Pallant
op zijn doodsbed, 141.

Cock van Delwijnen (de), Geslachtswapen, 77.

Coeverden (Pieter van), aannemer, 220.

Coevorden tot de Stoevelaar (van), 163.

Colatz (Wilhelmus de la), 260.

Colne (Lierman van), 254.

Comte (A. Ie), benoemd tot directeur van het
museum «Huis Lambert van M.eerten» te
Delft, 52.

Coptiten (Jacop), 263.

Cornelis (Meester), bouwkundige te Schoon-
hoven, 131.

Cornelisz. (Claes), steenhouwer, 12, 18.

266