Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Sasse van Ysselt, A. F. O. van: Het huis de Roodenburg te 's-Hertogenbosch
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0069

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De partyscap, waarin den Bosch volgens Cuperinus verviel, waren de partijen van de
Beckerlingen en de Coptiten. Deze verdeeldheid tusschen de burgers van de nieuwe stad
verdroot Hertog Hendrik I van Brabant zeer en hij deed daarom met de mannen van
zijn gevolg al het mogelijke om daar den vrede en de vriendschap tusschen hen te herstellen.
Na veel moeite gelukte hem dit onder deze voorwaarde, dat jaarlijks op Vastenavond op
de pui van het Bossche stadhuis een hanengevecht zoude plaats hebben, zoodat er in den
Bosch nog wel tusschen twee partijen zoude worden gevochten, doch nu niet meer tusschen
de Bossche burgers maar tusschen hunne hanen. Die hanengevechten hadden onder
een grooten toeloop van volk plaats en na afloop daarvan werd de overwinnende haan
met veel luister door de stad gevoerd, terwijl de overwonnene geboeid daar achter werd
geleid x). De tot stand gebrachte verzoening werd besloten met een gemeenschappelijken
maaltijd, waarbij een zwaan een der gerechten uitmaakte. Partijen waren daarmede zoo
ingenomen, dat, zooals J. van Oudenhoven ook nog mededeelt, besloten werd, dat dese
vreughdenmaeltijdt alle jaer op den Vastenavondt souden vernieuwt worden ende onder hen
ommegaen ende alle die haer daertoe verbinden souden, daerover met malcanderen wesen in
een confraterniteit ofte broederscap ende souden de leden daervan draghen den naem Swanen-
broers ter ghedachtenisse van dese swanenmaeltijdt, op denwelcken de vrede tussen dese partye
getroffen ende den burgherlycken twist nedergheleyt was. Ondanks deze verzoening kwam
het toch nog tot in de tweede helft der 16de eeuw te 's Hertogenbosch tusschen de partijen van
de Coptiten en de Beckerlingen van tijd tot tijd tot dadelijkheden ; daarna hielden zij voor
goed op te bestaan, evenals de hanengevechten, die in den Bosch in 1566 voor het laatst
plaats hadden; de Zwanenbroederschap behoorde toen al reeds lang tot het verledene,
doch de naam Zwanenbroeder had daarmede in den Bosch nog niet opgehouden te bestaan,
want dien kregen in navolging van de leden van die broederschap de voorname of hoog-
geplaatste personen, welke tot eereleden van de thans nog in den Bosch bestaande Illustre
Lieve Vrouwe Broederschap benoemd werden (waarschijnlijk omdat zij de zwanen schonken,
die oudtijds ook op de maaltijden van deze broederschap plachten gegeten te worden) en
zoo voeren dan hare tegenwoordige eereleden, H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins
Hendrik der Nederlanden, een titel, dien van Zwanenbroeders n.L, die zijn ontstaan
ontleent aan den twist, welke tusschen de eerste eigenaren van de Moriaan en de Roodenburg
heeft gewoed.

Evenals de hanengevechten en de zwanenbroederschap ophielden te bestaan, deden
dit de families Coptiten en Berkerdyn of Beckerlijn. Wanneer het huis de Roodenburg
uit het bezit der laatstgemelde familie geraakte, is niet meer na te gaan. In het jaar 1500
was Katheryn van Beerze daarvan reeds eigenares, want zij verhuurde toen dat huis aan
de stad den Bosch voor een kantoor tot ontvangst en uitgave der stadsgelden. Simon
Pelgromius noemde daarom dit huis de stats geitkamer. Hoe dit gebouw en de Moriaan

1) Men zie hierover Jac. van Oudenhoven »Beschrijvinghe der stadt van 's Hertogenbossche"
(ed. 1670) blz. 50 en vlgd., alsmede Dr. C. R. Hermans »Kronijken", blz. 248.

57
 
Annotationen