Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Korte beschrijving der goudsche monumenten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0099

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De in deze aflevering geplaatste afbeeldingen zijn grootendeels genomen naar
photographieën, die welwillend beschikbaar gesteld werden door het Bureau van de Rijks-
commissie voor de monumenten, waarvoor ik gaarne hierbij mijnen hartelijken dank betuig.

Bij de behandeling van de gebouwen wensch ik achtereenvolgens de aandacht te
vragen voor: a. kerken en kloosters, b. godshuizen en instellingen van weldadigheid,
c. openbare gebouwen, d. parti-
culiere huizen.

A. KERKEN EN KLOOSTERS.

1. Sint Janskerk. — Reeds van
verre wordt het silhouet der stad
beheerscht door den machtigen
steenkolos van de Sint Janskerk.
Deze was eeuwen lang het geeste-
lijk middelpunt der stad en nog
steeds is haar naam onafscheidelijk
verbonden aan Gouda's roem.
Aan haar zij in de eerste plaats
onze aandacht gewijd.

Het is onbekend wanneer het

eerst een kerk is gesticht op de

plaats, waar zich thans de Sint

Janskerk verheft. Waarschijnlijk

geschiedde dit reeds vóór dat

Gouda stadsrechten verkreeg, dus

vóór het jaar 1272, doch deze

eerste kerk ging te gronde door

den grooten stadsbrand van 1361.

Van haar is uiterlijk niets meer

aan te wijzen. Ook de kort na

. , lil. 1 Afb. 5. Kelk van de Sint Jorisschutterij in het Sted. Museum.

1361 herbouwde kerk ging weder

spoedig, in 1438, door brand ten onder, waarna langzamerhand de tegenwoordige kerk
ontstond, waarin wederom in 1522 door brand groote verwoesting werd aangericht.

Over den toestand der eerste kerk en van die van kort na 1361 zwijgen de bronnen,
doch in den bouw zelf zijn enkele nadere bijzonderheden te vinden. Wanneer wij nl. de drie
westelijke travees van den noorderbinnenmuur aandachtig beschouwen, dan zien wij in het
onderste gedeelte van den muur de overblijfselen van een oudere, 14de eeuwsche kerk, waarvan
de zes travees dezelfde grootte hadden als de drie van nu ]). In een kapiteel met platten abacus

1) De ligging der fundamenten is op den plattengrond aangegeven.

87
 
Annotationen