Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI issue:
Nr. 3-4
DOI article:
Overvoorde, J. C.: Korte beschrijving der goudsche monumenten
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0100

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
op de gemetselde kolom en den aanzet van een boog naast den toren in den noordelijken
zijbeuk vinden wij nog een overblijfsel terug van deze 14de eeuwsche kerk en bij de restauratie-
werkzaamheden zijn een groot deel der oude fondamenten teruggevonden, die het ons
mogelijk maken den plattegrond der oudste kerk te reconstrueeren. Het was waarschijnlijk
een hallenkerk met drie beuken van gelijke hoogte ter lengte van het tegenwoordige schip
en waarvan het koor stomp was afgesloten. De breedte van deze kerk kwam overeen met

die van het schip met één noorder- en één zuider-
zijbeuk; de uiterste zijbeuken zijn er eerst later aan
toegevoegd en worden in de oude grafboeken nog als
Nieuwe Noordzijde (respectievelijk Zuidzijde) vermeld.

Deze vergrooting geschiedde waarschijnlijk na den
brand van 1438 en werd besloten door den bouw van
een nieuw en vergroot koor in 1485, waarbij alle nog
beschikbare ruimte werd ingenomen, zoodat zelfs de
koorbeeren gedeeltelijk over het achter het koor loopend
grachtje werden uitgebouwd.

In 1552 werd weder door brand groote ver-
woesting aangericht, waarbij de spits van den toren
en de kerkdaken verloren gingen. De herbouw hiervan
geschiedde toen onder Cornelis Frederiksz., de toren-
spits werd vervaardigd door Claes Dircksz. en ver-
schillende kolommen werden geleverd door Lieven van
Maellen uit Gent.

De kerk stond oorspronkelijk onder het kapittel
van Oud-Munster te Utrecht.

De tegenwoordige kerk ligt georiënteerd, met het
koor naar het Oosten, met eene afwijking van 9 graden
naar het Noorden. Het is eene kruiskerk, met schip ter
lengte van 7 travees, waarvan de drie westelijke travees
slechts één zijbeuk aan elke zijde van het schip hebben

■ j i i j en de vier oostelijke travees dubbele zijbeuken.

Arb. 6. Monstrans in de kerk der

Oud-Roomsche Clerezy. Het schip is van de zijbeuken gescheiden door

kolommen met laat-gothisch bladkapiteel en 8 kantig
basement. De kapiteelen aan den toren — behalve het reeds vermelde kapiteel uit de oude
kerk — vertoonen renaissancevormen en zijn waarschijnlijk na den brand van 1552 door
Lieven van Maellen vernieuwd.

Het koor is drie travees lang en wordt door een halven tienhoek gesloten. Het
heeft een kooromgang en is door het transept met het schip verbonden. De kolommen,
die koor en omgang scheiden, zijn versierd met goed bewerkte kapiteelen, die op den
tijd van den bouw van het koor, 1485, wijzen.

88
 
Annotationen