DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:Overvoorde, J. C.: Korte beschrijving van Oudewater
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0135
dubbel stergewelf, rustende op eenvoudige draagkopjes. Deze laatste kapel is in de 2de helft
der 15de eeuw aangebouwd. Een oud kruis versiert hiervan het dak. De gerfkamer, aan
de zuidzijde van het koor, dateert uit het 2de kwart der 16de eeuw en is met een ster-
gewelf overdekt. De hierbij aansluitende sacristie, thans gedeeltelijk tot kosterswoning
1ngericht, is door vier netgewelven
overdekt, met helaas sterk overgewitte
en daardoor haast onzichtbare ver-
sieringen.
De toren is van groote baksteen
opgetrokken en heeft een kruisgewelf
met vlakke gemetselde ribben, die op
eenvoudige consoletjes rusten. Het
zware onderstuk en de volgende
geleding met lisenen en rondboog-
friezen stammen nog uit de lste helft
der 13dc eeuw, het bovendeel met
gothische blindvensters met bak-
steenen stijlen uit de 14de eeuw. De
gemetselde top is door een zadeldak
gedekt; aan de oostzijde is een klok-
kenspel aangebouwd. Een deur in
den oostmuur van den toren toont
aan dat de toren eerst tegen een laag
kerkgebouw stond. Bij den bouw van
een grootere kerk is waarschijnlijk ook
de toren verhoogd. De toren is thans
omgeven door kleine huisjes.
Van de versieringen in de kerk
valt te wijzen op een achtkant steenen
doopvont (lste helft 15de eeuw), een
memorietafel voor Rudolf Snellius van
Royen (f 1613) en tal van 16de en
17de eeuwsche grafzerken met wapens,
waaronder die van Dirck van Zijl
, , . „~ , . , T , Af'b. 5. Kazuifel van de kerk der O.K. Clerezy.
(c. 1480, later ingericht voor Jacob
Willemsz. van Swieten f 1627) met miskelk en zeer mooi beeldwerk en vroeger met een
koperen plaat versierd, en de zerken van Ghijsbert Jans van Laen f 1524, Hendrick Gijsbertsz.
weduwe f 1536, Elysabeth Jacob Gerritsdochter 1554 en Gerard Kersseboom -f 1690.
Het oude kerkzilver bestaat uit vier zilveren bekers uit 1656, een bijbel met zilveren
beslag en sloten (18de eeuw) en twee tinnen kannen.
123
der 15de eeuw aangebouwd. Een oud kruis versiert hiervan het dak. De gerfkamer, aan
de zuidzijde van het koor, dateert uit het 2de kwart der 16de eeuw en is met een ster-
gewelf overdekt. De hierbij aansluitende sacristie, thans gedeeltelijk tot kosterswoning
1ngericht, is door vier netgewelven
overdekt, met helaas sterk overgewitte
en daardoor haast onzichtbare ver-
sieringen.
De toren is van groote baksteen
opgetrokken en heeft een kruisgewelf
met vlakke gemetselde ribben, die op
eenvoudige consoletjes rusten. Het
zware onderstuk en de volgende
geleding met lisenen en rondboog-
friezen stammen nog uit de lste helft
der 13dc eeuw, het bovendeel met
gothische blindvensters met bak-
steenen stijlen uit de 14de eeuw. De
gemetselde top is door een zadeldak
gedekt; aan de oostzijde is een klok-
kenspel aangebouwd. Een deur in
den oostmuur van den toren toont
aan dat de toren eerst tegen een laag
kerkgebouw stond. Bij den bouw van
een grootere kerk is waarschijnlijk ook
de toren verhoogd. De toren is thans
omgeven door kleine huisjes.
Van de versieringen in de kerk
valt te wijzen op een achtkant steenen
doopvont (lste helft 15de eeuw), een
memorietafel voor Rudolf Snellius van
Royen (f 1613) en tal van 16de en
17de eeuwsche grafzerken met wapens,
waaronder die van Dirck van Zijl
, , . „~ , . , T , Af'b. 5. Kazuifel van de kerk der O.K. Clerezy.
(c. 1480, later ingericht voor Jacob
Willemsz. van Swieten f 1627) met miskelk en zeer mooi beeldwerk en vroeger met een
koperen plaat versierd, en de zerken van Ghijsbert Jans van Laen f 1524, Hendrick Gijsbertsz.
weduwe f 1536, Elysabeth Jacob Gerritsdochter 1554 en Gerard Kersseboom -f 1690.
Het oude kerkzilver bestaat uit vier zilveren bekers uit 1656, een bijbel met zilveren
beslag en sloten (18de eeuw) en twee tinnen kannen.
123