Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Openingsrede van den Voorzitter Mr. Dr. J. C. Overvoorde, op de algemeene vergradering te Gouda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0164

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De verdere ontwikkeling van de Stichting voor Archeologie wordt met belangstelling
tegemoet gezien.

Musea en vereenigingen verkeerden in het algemeen in gunstigen toestand en van
vele zijden werden bewijzen gegeven van groote belangstelling. Hoewel op het gebied
der moderne kunst, mag hierbij niet onvermeld blijven het vorstelijk geschenk van den
Heer en Mevrouw Drucker ten behoeve van het Rijksmuseum te Amsterdam, hetwelk
slechts te vergelijken is met het schitterend geschenk door den Heer en Mevrouw Mesdag
reeds vroeger aan het Nederlandsche volk gedaan.

Te Gorinchem werd de vereeniging Oud Gorcum opgericht. De veiling van het
huis Bethlehem met zijn prachtigen 16den eeuwschen gevel, gaf daar aanleiding dat eenige
Heeren zich vereenigden om door aankoop van het huis te verhinderen, dat dit in sloopers
handen viel. De bestemming van dit gebouw tot museum was het waardig gevolg van dit
pogen, waarvan het Rijk de beteekenis erkende door eene subsidie van _ƒ 3000.— voor
de restauratie van den gevel te verleenen.

Te 's-Gravenhage en te Haarlem werd de stichting van een nieuw museum besproken;
in de residentie bleef het nog bij algemeene besprekingen, die echter toonden, dat ook
hier de belangstelling niet ontbreekt, en in de bloemenstad werd het voorstel van B. en W.
om het oude Weeshuis tot museum te verbouwen aangenomen, niettegenstaande dat van
verschillende zijden op het stichten van een geheel nieuw, naar de eischen des tijds ingericht
museum, werd aangedrongen. De tijd zal leeren in hoeverre de tegen het plan van B.
en Ws. geopperde bezwaren al of niet gegrond zullen blijken. In elk geval mogen wij
vertrouwen, dat de uitvoerige discussies zullen helpen voorkomen, dat uit het oude gebouw
een ongeschikt museum groeie, en dat teleurstellingen, als te Dordrecht, voorkomen worden.

Het laatste besluit van den Dordtschen raad om een belangrijk bedrag beschikbaar te
stellen voor verbetering van het schilderijenmuseum bewijst dat ook daar de belangstelling
groot is. Onwillekeurig vraagt men echter of de aldaar ondervonden teleurstelling niet
voorkomen had kunnen worden, door tijdig het advies in te winnen van deskundige
architekten en museumbeheerders, en of deze niet voorkomen had moeten worden, waar
het gold de bewaring van eene zoo belangrijke verzameling. Het behoud hiervan toch
is een zaak van algemeen belang, die niet alleen de beheerders, maar die aan alle belang-
stellenden ter harte gaat. Het is daarom zeker te waardeeren, dat te Haarlem het bestuur
niet geschroomd heeft om het Halsenrapport te laten publiceeren. Gelukkig dat hieruit
tevens bleek, dat al was niet alles te loven, toch van eene blijvende ernstige beschadiging
der schilderijen geen sprake was.

Te Nijmegen werd het aanbod van een terrein voor een te stichten museum niet
aanvaard en werd besloten om de Mariakerk voor Museum in te richten. Wij juichen
het toe, dat hierdoor dit belangrijk gebouw behouden bleef, doch betreuren het dat op
deze wijze naar eene samenvoeging van heterogene belangen wordt gestreefd, waarbij óf
die van het monument óf die van de inrichting van het museum in gevaar dreigen te komen.

De leiding van het Mauritshuis ging over in handen van Dr. W. Martin. In het

152
 
Annotationen