Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Muller, Samuel: De authoriteit van Pieter Saenredam
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0212

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
effect daarvan te verhoogen. Hij behoefde juist daar denkelijk wat rood voor een behoorlijk
effect; hij nam dus ergens van daan een veelkleurig tapijt en eene gekleurde afbeelding
van een St. Cyriacus, en hing die op aan de pijlers der Mariekerk. Als de geachte
hoogleeraar dit beweert, zooals hij stellig zal wenschen te doen, dan zal hij mij in eenige
verlegenheid brengen. Want wèl kan ik bewijzen, dat er op die plaatsen aan de pijlers
der Mariekerk juist zulke tapijtschilderingen voorkwemen, en wel kan ik ook opmerken,
dat eene schets van het portret van St. Cyriacus met zijn naam juist op zijne plaats reeds
voorkomt op Saenredam's eerste teekening, blijkbaar als memorandum voor de latere
invoeging; maar het absolute bewijs, dat op die plaatsen in de kerk juist deze beide
schilderingen voorkwamen, moet ik toch schuldig blijven. Maar al ben ik wat verlegen,

verslagen ben ik niet. De Utrechtsche altas
bezit nog eene andere teekening van Saen-
redam's hand: een gezicht in het transept
der Mariekerk. Ook deze teekening is later
gereproduceerd op eene schilderij, die berust
in het kabinet Weber te Hamburg. Op deze
schilderij komen op de twee zware pijlers
van het transept, die op den voorgrond
staan, in kleine gothische letters voor twee
latijnsche gedichten van 23 en 26 regels,
die de geschiedenis der kerk verhalen. Dit
langademige vers stond blijkens den afdruk
in Van der Burch's boekje van 1617 over
de geschiedenis der Mariekerk !) werkelijk
op deze plaats in de pijlers gebeiteld. En
de schilder had dan ook reeds van den
aanvang af de bedoeling, om zijn schilder-
Detailteekeningen van 1637. w£rk Qp ^ lulsteren met de letterlijke

reproductie van dezen geschiedbron; want de eerste woorden van het vers komen ook
thans weder (evenals in het geval van St. Cyriacus) pro memorie voor op de plaats der
teekening, waar zij behooren. Wat ter wereld kan Pieter Saenredam bewogen hebben,
om zich de ongeloofelijke moeite te geven, deze tallooze kleine lettertjes één voor één
te schilderen op den voorgrond van zijn paneel, waar de zware pijlers oprijzen?
Picturale overwegingen van den colorist? Geheel niet: er is, meen ik, geen tittel
rood in de inscriptie; zelfs geen zwierige initiaal verlevendigt de zwarte regels. Het
kan dus niet anders: ook ditmaal heeft Saenredam de moeite genomen, om dit geheele
gedicht over te schrijven op een afzonderlijk blaadje. En later heeft hij dit consciëntieus
nageteekend op zijn paneel, uit zuiveren eerbied voor dezen geschiedbron, eenig en

1) Lamb. van der Burchius, Aedis D. Mariae Virginis in civitate Ultrajectensi admiranda origo.

200
 
Annotationen