Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De Kerk van Etten (in N. - B.), [2]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0234

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
het in 1843 verschenen derde deel van Van der Aa's »Aardrijkskundig Woordenboek"
wordt het aantal lidmaten als 140 opgegeven. Wel was de kerk krachtens de staatsregeling
van 1798 weder aan de katholieken toegekend, doch het besluit was nog niet ten uitvoer
gelegd, toen de staatsregeling van 1801 bepaalde : »ieder kerkgenootschap blijft onherroepelijk
in het bezit van hetgeen met den aanvang dezer eeuw door hetzelve werd bezeten". En op
dezen grond bleef het gebouw in handen der hervormden, nadat de katholieken vruchteloos
hadden beproefd door een proces haar terug te krijgen (Van der Aa, t. a. p.). De kleine
protestantsche gemeente zal het onderhoud van het gebouw te kostbaar hebben gevonden
en daarom besloten het andermaal te verminken. Zoo werden dan de twee zijchoren afgebroken,

muren gebouwd tegen de zuilen van het middenchoor,
en er bleef nu van de driebeukige hallenkerk, die een
oppervlak van 52 X 28 M. besloeg, een éénbeukig kerkje
over, dat, zonder den toren, binnenwerks 29 M. diep
en 9 M. breed is. In den meest westelijken beer aan den
zuidkant is een steen geplaatst met het opschrift: 1821
den 6 Sept. is de eerste steen van dit verbeterd

kerkgebouw gelegd door den weleerw. heer h. last"
draager pred. dezer gemeente.

Men heeft bij deze laatste verbouwing de nieuwe
buitenmuren zóó opgetrokken, dat aan den binnenkant
de helft der zuilen zichtbaar bleef. De travee, die de
verbinding vormt Van het oude choor met den toren,
werd van de kerk afgeschut en de absis eveneens. Aldus
kreeg de kerk inwendig den vorm eener rechthoekige zaal.
In de vier hoeken zijn kwartronde pilasters opgetrokken.
Zoo maken de muren nu den indruk van versierd te
zijn met pilasters, die lijstkapiteelen dragen, verbonden
door rondbogen, waarboven, op een gestucte kroonlijst,
Afb. 11. Paneel v. d. preekstoel in een houten, halfcirkelvormig tongewelf rust, versterkt door
de kerk te Etten: de Tijd. schinkels, die verbonden zijn door een nok en vier

gordingen. Het geheele interieur is zwaar gewit.
De zijwanden hebben in elke travee een rondboogvenster.

De oude spitsboogvensters in de absis zijn gedicht en in den middelsten wand dier
veelhoek is een deur gemaakt. De nieuwe buitenmuren zijn met contreforten versterkt.

Ziedaar dan wat er geworden is van de grootscheepsche hallenkerk : een onaanzienlijk
kerkje, niet heel veel grooter dan de romaansche kapel uit het begin der dertiende eeuw.

Nog slechts een enkel meubel in dit zaaltje herinnert aan den bloeitijd van het
gebouw: een zeskante eiken preekstoel in de Renaissance-vormen van omstreeks 1580, met
een klankbord van omstreeks 1650 (zie afb. 10). Allegorische figuren van »de Tijd" (afb. 11)

222
 
Annotationen