Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 3.1910)

Breda, Stedelijk Museum voor Geschiedenis en

Oudheidkunde geopend, 156.
Breda (Hendrik van), 62, 68.
Brons, 71, 73, 116.

Brouwer van Westerholdt (Maerten Dirricksz.

van), Zijn grafzerk, 94.
Bruyn (Abraham de), Ornamentprentjes, 204.
Bruyn (De), Drijfwerk, 98.

Bruyn (De), rentmeester der abdij Thorn, 216.

Burgkmair (Hans), St.-Joris, in prent door Jost
de Negker en nagevolgd door Corn. Enge-
brechtsz. in zijn: Ontmoeting van Abraham
en Melchizedek, met afb., 204-206; Portret
van Maximiliaan I, in prent door Jost de
Negker, 206.

Bylaer (Wouter van), baljuw van de St.-Catharine
Commandery te Utrecht, 92.

Cant, 84.

Caroline van Oranje, gemalin van den vorst van

Nassau-Weilburg, 227.
Cats (Nicolaas van), kastelein? van Gouda, 76.
Ceramiek, 116, 132, 192.
Chambon, klokkengieter, 36.

Chatillon (Lodewijk van), graaf van Blois, heer

van Gouda, 76.
Cincq (Cornelis), 106.
Claessen (Adriaen), 219.
Clock (C.)i glasschilder, 93.
Cool (Aemilius), 90.

Coornhert (Dirk Volkertsz.), Zijn grafzerk, 94.
Coptiten [Coppetijn] (Jacob), 56.
Cornelisz. (Cornelis), 22, 23.
Cornelisz. (Jacob), 204.
Cornelis (Thomas), 215.
Cornet (J. L.), Landschap, 193.
Crabeth (Dirk en Wouter), 91-94; Hun por-
tretten, 94.

Crabeth (Wouter) II, Maria Hemelvaart, 99;

Schuttersstukken, 110.
Crimpen (Johannes van), 90.
Cuypers (Jos. Th.), Praeadvies omtrent het restau-

reeren van oude bouwwerken, 132—137.

Dantzig, Elfde »Denkmalpflegetag«, 178-185.
Del (Dirk), 51.

Delft, Verzoek aan de eigenaars van belangrijke
gevels of fragmenten, om bij verbouw of ver-
koop daarvan aan »Delfia« kennis te geven, 35;
Gevelsteen uit de gesloopte kogelgieterij, 233.

Deventer (Jac. van), Plattegrond van Gouda, 81.

Dircksz. (Claes), 88.

Dirx (J.), »Stiers wreedheyt«, toegeschreven aan —,
158.

Doezum, Deksel eener 14e-eeuwsche doodkist, 71.

Doorwerth, Hare restauratie, 158, 177; Praehisto-
rische graven op de Doorwerthsche heide, met
afb., 164-171.

Dordrecht, Verbetering van het schilderijen-
museum, 35, 189—191 ; Restauratie vandeGroote
kerk, 35, 73, 176; Jaarverslag van »Oud-Dor-
drecht« 1909-1910, 157; Een bedreigd monu-
ment: Berckepoort, met afb., 227—230.

Druyvesteyn (Aernout), 52.

Dürer (Albert), 204, 206.

Duif (Jan Ariens), Regentenstuk, 105.

Duiven, Rouwbord van Christine von Hymmen-
von Rickers, 158.

Dussen (Van der), 84.

Duyfhuys (J. van), bouwkundige, 227.

Eggcrs (Bartholomeus), beeldhouwer, 110.
Egmond (George van), bisschop van Utrecht, 92.
Elburg, Tellurium van het instituut-Van Kins-

bergen hersteld, 158.
Elysabeth Jacob Gerritsdochter, 123.
Engebrechtsz. (Cornelis),Ontmoeting van Abraham

en Melchizedek, met afb., 204-206.
Enkhuizen, Restauratie waaggebouw, 156; idem

gewelfschilderingen in de Zuiderkerk, 159, 194;

idem Zuidertoren, 176.
Ensing (J.), Het Brood- en Boterhuisje te Gro-
ningen, 71.
Erasmus (Desiderius), 80, 131.
Erasmus (Kurt), Nicht Rembrandt sondern Maes,

met afb., 171-173.
Erik van Brunswijk, ingekwartierd te 's-Her-

togenbosch, 58; schenkt een glasraam aan de

St.-Janskerk te Gouda, 91.
Etten (N.-Br.), De kerk aldaar, met afb., 61-70,

210-223.

Ewsum (Anna van), Grafmonument van baron
Innhausen und Kniphausen en zijne gemalin—,
door Rombout Verhulst, 177.

Eijck (Jan van), Stadsgezicht op den achtergrond
der Maria-boodschap, 24.

Franconis (Petr.), 160.
Frederiksz. (Cornelis), bouwmeester, 88.
Fyt (Jan), Vervalschingen van stillevens naar —,
39-41.

Gaveren (Raso van), 62, 210.
Geertjen tot St.-Jans, 206.

238