Afb. 34—38. — De Groninger borgen.
Tot de karakteristiek van een Groninger dorp behoorde oudtijds feitelijk ook een
borg en een borgheer, behalve in de armere gedeelten der provincie, in ’t Westerwoldsche
en in ’t zuiden van het Westerkwartier, had dan ook bijna elk dorp zijn borg, enkele
zooals Appingedam, Ferwerd en 't Zandt hadden er zelfs twee, Lutjegast en Middelstum
elk zelfs drie, en het dorp ten Post had er zelfs vier.
Reeds in de Xlllde eeuw is er sprake van eenige borgen, steenhusen of
kasteelen, toen toebehoorende zoo ’t schijnt aan met den prefectus verwante familiën,
of aan ministerialen van den Bisschop, welke laatsten zich echter bij voorkeur
Afb. 43. Boerderij met dubbele schuur te Uithuizermeeden.
vestigden op Bisschoppelijken grond, in het graafschap Drenthe, om en bij Eelde,
Norg en Peize.
Oorspronkelijk was zoo’n borg meestal weinig meer dan een omgracht vierkant
torenvormig gebouw van twee, drie, of meer verdiepingen, door eene uitgebouwde
steenen wenteltrap onderling verbonden, zie op afb. 34 den plattegrond van den borg
Dijksterhuis bij Pieterburen, die dit duidelijk toont. Eerst in de XVde eeuw is tegen dien
ouden toren een achtervleugel, toen uit drie ineen loopende vertrekken op de beide
verdiepingen bestaande aangebouwd. Een der vele kleine venstertjes dier vertrekken en
de tandsgewijze versierde eiken kraagstukken hunner zolderbalken, zijn daarbij mede
afgebeeld. Deze typische borg, een der laatst overgeblevene, is na jaren lang leeg gestaan
te hebben in 1903 gesloopt. Afb. 35 geeft daarvan den opstand, zooals voorkomt op
189
Tot de karakteristiek van een Groninger dorp behoorde oudtijds feitelijk ook een
borg en een borgheer, behalve in de armere gedeelten der provincie, in ’t Westerwoldsche
en in ’t zuiden van het Westerkwartier, had dan ook bijna elk dorp zijn borg, enkele
zooals Appingedam, Ferwerd en 't Zandt hadden er zelfs twee, Lutjegast en Middelstum
elk zelfs drie, en het dorp ten Post had er zelfs vier.
Reeds in de Xlllde eeuw is er sprake van eenige borgen, steenhusen of
kasteelen, toen toebehoorende zoo ’t schijnt aan met den prefectus verwante familiën,
of aan ministerialen van den Bisschop, welke laatsten zich echter bij voorkeur
Afb. 43. Boerderij met dubbele schuur te Uithuizermeeden.
vestigden op Bisschoppelijken grond, in het graafschap Drenthe, om en bij Eelde,
Norg en Peize.
Oorspronkelijk was zoo’n borg meestal weinig meer dan een omgracht vierkant
torenvormig gebouw van twee, drie, of meer verdiepingen, door eene uitgebouwde
steenen wenteltrap onderling verbonden, zie op afb. 34 den plattegrond van den borg
Dijksterhuis bij Pieterburen, die dit duidelijk toont. Eerst in de XVde eeuw is tegen dien
ouden toren een achtervleugel, toen uit drie ineen loopende vertrekken op de beide
verdiepingen bestaande aangebouwd. Een der vele kleine venstertjes dier vertrekken en
de tandsgewijze versierde eiken kraagstukken hunner zolderbalken, zijn daarbij mede
afgebeeld. Deze typische borg, een der laatst overgeblevene, is na jaren lang leeg gestaan
te hebben in 1903 gesloopt. Afb. 35 geeft daarvan den opstand, zooals voorkomt op
189