2.60 breeden open doorgang, ingericht tot waag, en tot toegang naar de verdieping, met
de overzolderde raadzaal, (breed 5.70 M., diep 9.40 M.) en verdere vertrekken. De
voorgevel, op afb. no. 40 voorgesteld vóór de restauratie van omstreeks 1911, miste toen
nog zijn steenen vensterkruisen, welke, de groote raamopeningen in vieren deelend, de
proportie van het geheel steunden, in plaats van te verstoren; die vensters zijn toen
herplaatst en de gevel is tevens ontdaan van zijn laag schilderwerk, en in den zijgevel
zijn de beide voorste vensters op de verdieping mede door kruisvensters vervangen. Evenals
in de gevels van dien tijd in de stad Groningen, zijn ook in dezen de vensters en nissen
gedekt met baksteen-bogen met zandsteenen sluitsteenen, eene gebeitelde schelp omsluitend,
terwijl zandsteenen banden en friezen, en een eigenaardige midden-top met een open
fronton afgedekt en met kruivormige zijstukken voorzien, het kleine gebouwtje op ’t
eigenaardigst doen spreken, hetgeen vooral vroeger, toen het nog aansloot tegen den ouden
Afb. 44. Boerderij met dubbele schuur te Loppersum.
toren met zijn typische achtkante afdekking en zijn klokkenspel, het geval was blijkens
de afbeeldingen door de Winter en G. Pronk uit omstreeks A° 1730.
In de midden-nis staat een beeld van Justitia, herinnerend aan de dagen toen
binnen de gerechtszittingen plaats hadden en op de drie friezen staan latijnsche opschriften,
boven: »Soli Deo Gloria”, op het midden-fries: »Concordia Res Parvae Crescunt,
Discordia Res Maximae Dilabuntur”; op het onderste fries: »Ubi non est Pudor, nee
Cura Juris, Sanctitas, Pietas, Fides, instabile Regnum est”. Het wapen van Appingedam,
een pelikaan zijn jongen voedend, is geplaatst boven den sluitsteen van den half-ronden
midden-toegangsboog. Afb. 40 toont de raadzaal op de verdieping na de restauratie;
boven den open schouw, geplaatst tegen den middendam van den voorgevel, hangt een
schilderstuk, het oude raadhuis met den kerktoren in het begin der XVlIde eeuw
voorstellende.
191
de overzolderde raadzaal, (breed 5.70 M., diep 9.40 M.) en verdere vertrekken. De
voorgevel, op afb. no. 40 voorgesteld vóór de restauratie van omstreeks 1911, miste toen
nog zijn steenen vensterkruisen, welke, de groote raamopeningen in vieren deelend, de
proportie van het geheel steunden, in plaats van te verstoren; die vensters zijn toen
herplaatst en de gevel is tevens ontdaan van zijn laag schilderwerk, en in den zijgevel
zijn de beide voorste vensters op de verdieping mede door kruisvensters vervangen. Evenals
in de gevels van dien tijd in de stad Groningen, zijn ook in dezen de vensters en nissen
gedekt met baksteen-bogen met zandsteenen sluitsteenen, eene gebeitelde schelp omsluitend,
terwijl zandsteenen banden en friezen, en een eigenaardige midden-top met een open
fronton afgedekt en met kruivormige zijstukken voorzien, het kleine gebouwtje op ’t
eigenaardigst doen spreken, hetgeen vooral vroeger, toen het nog aansloot tegen den ouden
Afb. 44. Boerderij met dubbele schuur te Loppersum.
toren met zijn typische achtkante afdekking en zijn klokkenspel, het geval was blijkens
de afbeeldingen door de Winter en G. Pronk uit omstreeks A° 1730.
In de midden-nis staat een beeld van Justitia, herinnerend aan de dagen toen
binnen de gerechtszittingen plaats hadden en op de drie friezen staan latijnsche opschriften,
boven: »Soli Deo Gloria”, op het midden-fries: »Concordia Res Parvae Crescunt,
Discordia Res Maximae Dilabuntur”; op het onderste fries: »Ubi non est Pudor, nee
Cura Juris, Sanctitas, Pietas, Fides, instabile Regnum est”. Het wapen van Appingedam,
een pelikaan zijn jongen voedend, is geplaatst boven den sluitsteen van den half-ronden
midden-toegangsboog. Afb. 40 toont de raadzaal op de verdieping na de restauratie;
boven den open schouw, geplaatst tegen den middendam van den voorgevel, hangt een
schilderstuk, het oude raadhuis met den kerktoren in het begin der XVlIde eeuw
voorstellende.
191