Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Aanwinsten der verzameling - kam te Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0236

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
punt, waar de beide dieren aan elkander zijn verbonden, en door den staart, die naar
rechts is uitgespreid. Op die wijze is het dier in een eenigszins golvende beweging
gebracht. En deze vorm is zeker het meest geschikt om den levendigen loop der lijnen
en de onrust der ledematen te binden en te brengen tot evenwicht. Bovendien zijn de
deelen daarbij tot een onverbreekbare eenheid samengevoegd.

Maar men denke nu niet, dat het bronsje op die wijze den indruk maakt van rust.
Daarvoor spreekt de golvende lijn in de compositie te sterk. En van beweging getuigt ook
elk onderdeel. Zelfs de ooren maken de wending van het lichaam mede en accentueeren
de richting van het geheel. Ook bij den staart met het krachtig trekken naar rechts en
het krullen en buigen der vinnen is gezocht naar leven en variatie. Van voortgang en
beweging spreken de fladderende manen, de spartelende beenen en de plassende staart.
Maar het is een bewegen zonder moeite. In dit dier zijn de stuwende kracht van den
sterken visch en het élan van het snelle paard vereenigd om den indruk te wekken van
driftige voortvarendheid.

Deze voorliefde voor leven en beweging in het beeldje stelt ons in staat ook den
tijd van het kunstwerk nauwkeuriger te bepalen. Dat het voorwerp waarschijnlijk uit den
vroegen Keizertijd dateert, merkten wij reeds op. Het precies nabootsen van de vormen
met zorgvuldige studie der natuur herinnert aan de kunst der eerste eeuw. En de wensch
naar een bewegelijk afbeelden der werkelijkheid is een kenmerk van het midden en de
tweede helft dezer eeuw. In den tijd van Nero of de Flavische keizers is zonder twijfel
dit kleine kunstwerk ontstaan. Ja, men zou kunnen vermoeden, dat het is verloren gegaan
bij de gevechten aan de Waal in het jaar 70, tijdens den opstand der Bataven.

Een andere nieuwe aanwinst der Verzameling Kam vertoont onze tweede afbeelding.
Het is een bronzen voorwerp, gevonden op de heide onder Overasselt, in de nabijheid
van de ruine Valenburg, ongeveer 9 K.M. ten Zuidwesten van Nijmegen. Vroeger waren
op die zelfde plaats reeds andere Romeinsche oudheden gevonden: een bronzen kannetje,
een pan met steel, een gegraveerde spiegel. Deze voorwerpen kwamen al eerder in het
bezit van den Heer Kam. Maar er is geen reden om aan te nemen, dat de oude vondsten
met de nieuwe aanwinst te zamen behooren. Ook is niets naders bekend over de plaats,
waar de verschillende voorwerpen aan het licht kwamen. Of daar een Romeinsche
nederzetting was of een kamp van troepen of een begraafplaats, weten wij niet. Het is
mogelijk, dat het gevondene slechts bij toeval is verloren gegaan. Wij kunnen ons dus
bepalen tot een bespreking van de nieuwe aanwinst.

Het voorwerp bestaat uit twee deelen: het beeldje van een leeuw en een hoog
achtkantig voetstuk. De hoogte van het geheele voorwerp is 91U c.M., de hoogte van
het leeuwtje alleen 4-Vs c.M., de grootste breedte gemeten van neus tot staart 51/2 c.M.
Op de afbeelding is het voorwerp bijna niet verkleind.

De leeuw staat op een achthoekig eenigszins gekromd vlak. Juist op den rand
van dit vlak rust de linker voorpoot. Door een kleine verhevenheid met een insnijding,

224
 
Annotationen