A.
Ik, Gargilius Secundus, heb voor honderdvijftien sestertiën van Stelus, zoon van
Riperius, den Beosiër, van het landgoed van Lopetejus, op de gebruikelijke wijze, zooals
geoorloofd is, een rund gekocht, waarbij getuige was Cesdius, centurio van de legio
Victrix, en Mutus Admetus, centurio van de legio Rapax. Het burgerlijk recht sta hier
buiten. Gekocht onder het consulaat van Caius Fufius en Gnaeus Minicius op den
vijfden dag voor de idus van September (den 9en September). Dat voor de zaken naar
behooren wordt ingestaan (hebben beloofd) Lilus en de veteraan Duerretus.
B.
Titus Cesdius, Zoon van Titus, van de legio Victrix.
Numerius Iunnius, zoon van Marcus.
Tiberius Lievus Erepus, van de legio Victrix, zoon van Numerius.
Caius, zoon van Tiberius, Seceduus.
(Het zegel) van den verkooper zelf.
Reeds de afbeeldingen, die vervaardigd zijn naar bijgewerkte foto’s, doen zien
dat het ontcijferen van eene dergelijke inscriptie in loopend romeinsch schrift verbazend
moeilijk is, een werk van maanden. Het vergelijkingsmateriaal uit dezen tijd is schaarsch^
de afkortingen talrijk en enkele plekken onduidelijk, doordat de vinder de zijde A
276
Ik, Gargilius Secundus, heb voor honderdvijftien sestertiën van Stelus, zoon van
Riperius, den Beosiër, van het landgoed van Lopetejus, op de gebruikelijke wijze, zooals
geoorloofd is, een rund gekocht, waarbij getuige was Cesdius, centurio van de legio
Victrix, en Mutus Admetus, centurio van de legio Rapax. Het burgerlijk recht sta hier
buiten. Gekocht onder het consulaat van Caius Fufius en Gnaeus Minicius op den
vijfden dag voor de idus van September (den 9en September). Dat voor de zaken naar
behooren wordt ingestaan (hebben beloofd) Lilus en de veteraan Duerretus.
B.
Titus Cesdius, Zoon van Titus, van de legio Victrix.
Numerius Iunnius, zoon van Marcus.
Tiberius Lievus Erepus, van de legio Victrix, zoon van Numerius.
Caius, zoon van Tiberius, Seceduus.
(Het zegel) van den verkooper zelf.
Reeds de afbeeldingen, die vervaardigd zijn naar bijgewerkte foto’s, doen zien
dat het ontcijferen van eene dergelijke inscriptie in loopend romeinsch schrift verbazend
moeilijk is, een werk van maanden. Het vergelijkingsmateriaal uit dezen tijd is schaarsch^
de afkortingen talrijk en enkele plekken onduidelijk, doordat de vinder de zijde A
276