Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Boeles, P. C. J. A.: Eene romeinsche koopakte uit de terp te Tolsum
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0289

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
blijkbaar zorgeloos heeft afgeveegd. Ik meen, dat hier een woord van hulde op zijn
plaats is voor de wijze waarop Prof. Vollgraff zijn taak heeft volbracht.

De hoofdinhoud van de akte staat m. i. volkomen vast en van de beide consuls,
die er in genoemd worden, weten wij dat Gn. Minicius, althans een naamgenoot, zijn
ambt bekleedde in het jaar 116 n. C. De andere consul uit dat jaar was tot dusverre
niet bekend. Wij mogen dus, zij het ook niet met absolute zekerheid, voorloopig met
V. voormelden datum aannemen als dien van de akte.

Ik acht mij niet bevoegd om de lezing van V. in alle onderdeden te beoordeelen.
Daarvoor is vereischt eene grondige bekendheid met de finesses van het romeinsche

cursiefschrift. Ten aanzien van één enkele plaats waag ik het echter eene bedenking te
opperen. Op vier plaatsen, die ik onlangs op verzoek van Prof. Roos te Groningen
nog eens nauwkeurig op het origineel naging, leest V. aanduidingen van legioenen. Zeer
duidelijk is dat in den eersten regel van B, geheel rechts, waar leg. V staat. De e is
aangeduid door twee streepjes. Er staat hier werkelijk niets anders; niets meer en niets
minder. De letterteekens op de andere drie plaatsen zijn minder duidelijk, doch ik
ga hier niet verder op in, om niet vooruit te loopen op eventueele beschouwingen
van Prof. Roos.

Het voormelde laatste teeken van B. 1 is van vorm gelijk aan het ook door V.
als eene romeinsche vijf opgevatte achtste teeken van A. 9. Volgraff leest het als een U

277
 
Annotationen