Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Boerhaave's beeltenis door Aert de Gelder
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0034

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Wij weten van Aert de Gelder’s gezondheidstoestand, dat deze in ’t algemeen goed
was. Hij was een vroolijke, opgewekte klant, een gulle kerel, een goedhartig vriend.
Ongetrouwd en zonder geldelijke zorgen leefde hij een vrij kunstenaarsleven, in zijn
werken als in zijn atelier-inrichting door en door een «schilder in de ziel” en een

piëteitvol vereerder van zijn genialen leermeester Rembrandt. Maar er is een tijd
geweest, in het jaar 1715, dat het hem niet goed ging. Hij was toen bezig aan een
serie schilderijen en Arnold Houbraken, die ze beschrijft, zegt (III, 206): »Deze, naar
ik gis, zullen ook wel de laatste blijven, want hij al een geruimen tijd doorbrengt met
ter kerk te gaan, en vrienden te bezoeken.” Er was dus een vermindering in werkkracht.
En al was, volgens denzelfden Houbraken, de Gelder toen »nog” »in goede gezondheid”,

24
 
Annotationen