Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Hudig, Ferrand W.: Nederlansch Museum voor geschiedenis en kunst: Aanwinsten
DOI Artikel:
Boekaankondiging
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0043

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
\

ontleend aan een ets van Antonio Tempesta (fig. 5) 1) uit een reeks dergelijke prenten
van het jaar 1590 en, hoewel door den minder vaardigen handwerker in de anatomie wat
mishandeld, toch is de gratie van houding en de nerveuse beweging bewaard gebleven,
in scherpe tegenstelling met de plompe wijze, waarop Italiaansche voorbeelden door Neder-
landsche plateelschilders overgenomen wer'den. Ik denk hierbij vooral aan dergelijke borden
met cupidootjes, waar het verschil tusschen het noordelijk en zuidelijk karakter steeds zoo
duidelijk zichtbaar is. Dat een ets van Tempesta tot voorbeeld genomen werd, zou op
zichzelf geen bewijs zijn voor de Italiaansche herkomst, daar het werk van dezen meester
in de zeventiende eeuw ook in Holland goed bekend was. Een nauwkeurige vergelijking
van vorm, behandeling en indeeling der versiering laat echter nauwelijks plaats voor
eenigen twijfel aan den Italiaanschen oorsprong van dezen schotel.

Tot slot zij nog gewezen op een aanwinst van geheel anderen aard. Het Nederlandsch
Museum bezat reeds een dubbelglas, waarvan de eene helft door en door rood gekleurd
is. Een echt stuk goudrobijn was echter nog niet aanwezig. De vrienden van het Museum,
die reeds den aankoop van zoo menig stuk hebben mogelijk gemaakt, verrijkten nu de
verzameling met een mooi exemplaar van dit destijds zoo zeldzame materiaal. Het is
een kandelaar (fig. 6) in een verguld zilveren montuur gevat, versierd met mat geslepen
bloemslingers tusschen wapperende linten en huppelende amoretten. De montuur draagt
het pijnappelmerk der stad Augsburg en daarnaast een ingeslagen B (of TB), door Robert
Schmidt als Tilman Bornemann (■{• 1694) of Theodosius Besmann (j' 1724) verklaard. Het
glas is vlekkeloos en doorschijnend oranjerood. Geen twijfel of dit is een uitstekend
exemplaar van het mooie materiaal, dat aan het einde der zeventiende eeuw door den
genialen alchimist Kunckel werd vervaardigd, die op het romantische Pauweneiland bij
Potsdam, onder protectie van den grooten Keurvorst van Brandenburg, zijn geheimzinnig
bedrijf uitoefende. FERRAND HUDIG.

□ BOEKAANKONDIGING. □

HET REDDEREN VAN DEN NATIONALEN KUNSTBOEDEL, door F. Lugt,
Amsterdam. P. N. van Kampen en Zn. 1918.

Hoewel het verkeerd zou zijn vooruit te loopen op de besprekingen en besluiten
van de door Z.E. den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ingestelde
commissie, belast met de reorganisatie van de Musea in Nederland, moet er op deze
plaats toch een enkel woord gezegd worden over het bovengenoemd geschrift van den
heer F. Lugt, — al ware het om der wille van de rechtvaardigheid, zoowel jegens den heer Lugt,
als ook tegenover den Oudheidkundigen Bond, wien wel wat meer recht mocht wedervaren
ten aanzien van zijn handelingen in het Museumvraagstuk, dan de heer Lugt noodig vindt.

Dit geschrift toch heeft een sterk polemische tint en »der langen Rede kurzer

]) De heer N. Beets was zoo vriendelijk mij hierop attent te maken.

t

3

33
 
Annotationen