Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Verslagen
DOI Artikel:
Korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0255

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
te worden geplaatst. Bij deze boekerij is gevoegd een groot deel van de bibliotheek van
het voormalig Collegium Pharmaceuticum. De Cocq’s boeken zijn voortreffelijk onderhouden
en meerendeels fraai gebonden. Een belangrijke bruin lederen band, in het artikel
afgebeeld, waarin het in 1576 verschenen boek van Bartholomaeus Maranta. »De Theriaca
et Mithridatio” vertoont op de voorzijde een naar voren gewend borstbeeld met als
omschrift D. D. HENRIC, MOLLER. Op de achterzijde wordt een familiewapen
afgebeeld, zonder omschrift. Portret en wapen zijn beide en relief gestempeld. Een andere
belangrijke band vertoont aan de achterzijde een Fortuna (?) met als onderschrift:
Tassibus ambiguis fortuna volubilis errat en de portretjes van Calvijn, Luther, Melanchton
en Erasmus. Aan het slot van zijn artikel drukt de schrijver de hoop uit »dat de hier
beschreven boekenverzameling eenige belangstelling zal vinden, vooral bij medici, die
voelen voor de geschiedenis van hun vak.”

Het Gemeente Museum verkreeg ten geschenke van den heer P. C. J. M. Bosboom
een stoel van ± 1670, uit het atelier van den schilder Bosboom afkomstig en twee
fragmenten (koppen) van 16de-eeuwsch gebrand glas, terwijl een uitgebreide verzameling
lampjes, kandelaars en andere verlichtingsartikelen van de 15de tot en met de 18de eeuw
werden aangekocht.

Een belangrijke aanwinst van het Archief, het Register van de Confrérie Pictura,
door den heer Ant. W. M. Mensing geschonken zal in een volgend nommer van de
»Mededeelingen” uitvoerig besproken worden. y K

u KORTE BERICHTEN. □

Bij Kon. Besluit is, gezien de Koninklijke besluiten betreffende de toekenning van
een draagpenning als blijk van erkentelijkheid en goedkeuring aan hen, die door het aanbieden
van belangrijke geschenken of op eenige andere wijze zich verdienstelijk hebben gemaakt
ten opzichte van de verschillende wetenschappelijke en kunstverzamelingen des Rijks, bepaald:

1°. dat, met uitbreiding van het in genoemde besluiten voorkomende, een draag-
penning, als daarin bedoeld, ook zal kunnen worden toegekend aan hen, die zich op de
aangegeven wijze hebben verdienstelijk gemaakt ten opzichte van gemeentelijke weten-
schappelijke en kunstverzamelingen;

2°. dat met wijziging in zooverre van het Kon. Besluit van 4 December 1918,
n°. 39, aan de keerzijde van den penning in plaats van omschrift: »Voor verdiensten
jegens ’s Rijks Verzamelingen”, zal worden gelezen : »Voor verdiensten jegens Openbare
Verzamelingen;

3°. dat zij, aan wie reeds een draagpenning werd geschonken als bedoeld in de
Koninklijke besluiten van 24 Mei 1897, n°. 87, 22 Juni 1898, n°. 43, en het Kon. besluit
van 4 December 1918, n°. 39, gerechtigd te zijn tot het dragen van den bij dit besluit
ter vervanging daarvan ingestelden penning. St.ct.

245
 
Annotationen