Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Romeinsche Oudheden in Limburg
DOI Artikel:
Het gereorganiseerde Haagsche Museum
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0238

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
omvang der nederzetting, totdat eindelijk aan de Oostzijde van het nieuw aangelegde
Tempsplantsoentje, bij de grondwerken voor het bouwen van de Leeszaal, het profiel
van een spitse Romeinsche gracht aan het licht kwam. Deze gracht liep evenwijdig aan
de muren van Romeinsche gebouwen der burgerlijke nederzetting, die vlak in de buurt
buiten de gracht was ontdekt. Bovendien werd de gracht gevonden bij een terreinafgraving
nog meer Westwaarts in de Kruisstraat. De gracht maakte daar een buiging, zooals bleek
bij een proefgraving. — Deze vondsten waren de aanleiding voor een kleine opgraving,
die in September 1919 onder leiding van Dr. Holwerda plaats had. De Romeinsche

gracht bleek 6 M. breed en 2.40 M. diep te zijn geweest. Onderin lag een dikke zwarte

laag van puin en houtskool. Ruim 1 M. noordelijk van de wal was een greppel van

U/2 M. breed en meer dan 2 M. diep. In de gracht en vooral in den greppel werden

veel fragmenten van Romeinsch aardewerk gevonden en overblijfsels van gebouwen,
vooral dakpannen en vorsten, maar ook het benedenstuk van een zuil. Al het gevondene
is overgebracht naar Leiden om daar te worden bewerkt.

Reeds vroeger kwamen in de buurt veel overblijfselen uit Romeinschen tijd aan
het licht, voornamelijk aardewerk van de tweede helft der lste eeuw af tot de 3de eeuw
en enkele stukken uit de 4de eeuw, verder deelen van gebouwen, baksteenen en de
gave schacht van een gecanneleerde zuil, en twee munten, van Nero en Vespasianus.

Belangrijk is het, dat door deze ontdekkingen de Zuidelijke wal en gracht is
ontdekt van een Romeinsche sterkte en een burger-nederzetting daarbij. De gracht is
vastgesteld over een lengte van de Kruisstraat tot voorbij het Groene Kruis. Verder kan
men den omvang van de sterkte nog alleen vermoeden. Waarschijnlijk liep de Romeinsche
gracht door een gedeelte der Kruisstraat, Geleenstraat, Akerstraat tot den Nobel en van
daar in een rechte lijn over het terrein der Leeszaal over het Tempsplantsoentje naar
den hoek der Kruisstraat. De sterkte zou dan met haar grachten en wallen ongeveer
300 M. lang en 200 M. breed zijn geweest. In elk geval is thans de ligging van de
Romeinsche nederzetting te Heerlen, in groote trekken bepaald. Zonder twijfel was
het Coriovallum.

In denzelfde jaargang van De Maasgouw vindt men op blz. 84—85 een aantal
voorschriften voor het behandelen van opgegraven oudheden. Deze voorschriften zullen
vooral in Limburg, waar nog zooveel is te ontdekken, goeden dienst kunnen doen.

HET GEREORGANISEERDE HAAGSCHE MUSEUM.

Er waait een verfrisschende reorganisatiewind door onze musea om deze instellingen
nieuw leven in te blazen en te bevrijden van stof en dufheid, die zij nog van hun
voorgangers, de rariteiten- en oudheidkamers, hebben meegebracht. De musea willen
meedoen aan het moderne leven en een nuttige bron worden van geestelijk voedsel; zij
willen niet meer passief, maar actief zijn. Gemakkelijk is de taak voor hen, die gaan
reorganiseeren geenszins; als men niet met een heilige revolutiegeest bezield is, komt men

228
 
Annotationen