Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Hudig, Ferrand W.: Nederlansch Museum voor geschiedenis en kunst: Aanwinsten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0037

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
NEDERLANDSCH MUSEUM VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST.

AANWINSTEN.

De bloeitijd van het Duitsche handwerk is in het Nederlandsch Museum slechts
door enkele voorbeelden vertegenwoordigd, zeker niet in evenredigheid met de belangrijke
plaats, die de Zuid-duitsche industrie der zestiende eeuw onder de Europeesche kunst-
nijverheid inneemt. Het was daarom ter completeering der verzameling van groot belang,
dat uit deze periode twee uitstekende werken aan het Museum in bruikleen werden
afgestaan, die zonder aarzeling aan den invloedrijksten meester, die in de eerste helft der
zestiende eeuw in Augsburg en Neurenberg op het gebied der kunstnijverheid werkte,
kunnen worden toegeschreven. De roem van Peter Flötner dateert pas uit de laatste
dertig jaren, maar sedert door de ijverige naspeuringen van Domanig, Lange, Haupt,
Vöge e. a. zijn levenswerk is samen-
gesteld, is het duidelijk geworden,
dat hij onder de Duitsche kunst-
nijveren, die de Italiaansche renais-
sance naar het noorden hebben
overgebracht; een eerste plaats in-
neemt. Geen ander Duitsch meester
was zoo sterk en bovendien zoo
vroeg reeds (zijn reizen moeten
vóór 1510 vallen) van den zuive-
ren renaissancegeest doordrongen.

Bovendien is zijn veelzijdigheid
onbegrensd; geen gebied, waarop
hij zich niet bewoog en waarop
hij niet op de eene of andere
wijze zijn stempel heeft gedrukt.

Al gaat Haupt misschien wat ver, als hij Flötner noemt als den bemiddelaar tusschen de
Italiaansche renaissance en Holbein, zeer zeker heeft Flötner dezen in veelzijdigheid over-
troffen. Wij vinden hem als architekt en beeldhouwer, als meubelmaker, houtsnijder,
teekenaar van siermotieven en als medailleur, maar het zwaartepunt van zijn kunst moet
toch wel bij de goudsmederij gezocht worden. Van alle kunstnijveren uit deze dagen
waren de goudsmeden wellicht de minst zelfstandige. Men kan niet eens van arbeids-
verdeeling spreken, als men verneemt, hoe hun ontwerpen niet door hen zelf gemaakt,
maar kant en klaar van andere kunstenaars gekocht werden, om door de handwerkslieden
slechts nageciseleerd of afgegoten te worden. Terwijl de goudsmeden echter groote heeren
waren, die ieder werkstuk van hun merk of meesterteeken konden voorzien, bleven de
ontwerpers, die feitelijk buiten het bedrijf stonden, onbekend. Zoo kon het ook gebeuren,
dat de reliefs van Flötner bijna een eeuw lang tot de meest geliefkoosde versieringen

Fig. 1. Plaquette van Peter Flötner.

27
 
Annotationen