DOI Heft:
[Nr. 2]
DOI Artikel:Erven Dorens, A. A. G. van: Bouwgeschiedenis der St. Janskerk te 's-Hertogenbosch
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0066
en dus niet zoo makkelijk te herkennen als op plaat III en IV duidelijkheidshalve is
aangegeven. Waarschijnlijk zijn ze er door de Katholieke orgelbouwers in 1619 uitgehakt.
Het kleine Romaansche lichtvenster tusschen toren en Lieve Vrouwe-kapel, dat
reeds vroeger door het voormetselen van den kapelmuur lichtloos was geworden, stopte
men bij die gelegenheid zoo maar niet
met steenen vol. Integendeel men be-
zette die donkere nis met breede
steenen posten, hing haar met eene
deur af, hakte de ruimte ter linker-
zijde, »onder den man” wat uit, en
bracht tot plaatsing van een licht-
lantaarn, in den muur een maziergat
aan. Vervolgens kapte men den onder-
kant der sterk naar beneden hellende
raamnis bijna geheel vlak en metselde
er een paar trapjes voor, zoodat een
plat, goed betreedbaar vloertje ver-
kregen werd.
Deze kleine, brandvrije ruimte *)
van 2 a 2Va M. oppervlakte, op 4 M.
boven den beganen grond gelegen
en oorspronkelijk slechts met behulp
van een losse ladder te bereiken, zal
(naar mijne meening) bestemd zijn
geweest voor »stadskom” of bewaar-
plaats der stedelijke privilegiebrieven.
De ruimte is weliswaar uiterst beknopt,
Plaat II. Doorsnede over C—D. Gezicht naar het Oosten, maar dat was geen beletsel voor de
1. Oorspronkelijke raamnis, later tot vermoedelijke be- i ■ tv . j j j- ,i
waarplaats der privilegiebrieven omgebouwd. 2 en 3. Later bestemming. De sta skom, ie ans
ingebroken schietspleten of lichtopeningen, ongelijk van nog bestaat1 2) en nabij het Zuid-
grootte en op verschillende hoogte aangebracht. 4. Draag-
steentje, waarop de graatbogen eener later gebouwde kerk trancept wordt aangewezen, is twee
worden ongevangen. 5. Boog tusschen toren en oudste eeuwen later gebouwd en heeft ook ter
kerk. In den boog zijn veldkeien verwerkt. 6. roortje, °
waarschijnlijk toegang gevend tot een vroegeren kerkzolder. nauwernood 4 M3. oppervlakte.
7. Rollaag, die tegen een vroeger daar uitgemetseld bouw- t i • j i
werk, vermoedelijk de steenen trapkast, doodliep. *>) * Is hier de plaats niet en
daarbij is het weinig interessant, er
op te wijzen, hoe in den vervaltijd overal in den toren op ruwe wijze gebroken en
1) Thans tot onherkenbaar geschonden en
bij 1; en plaat lil bij a met plaat VI bij a.
2) Er zijn in verloop van tijd niet minder
verbouwd. Vergelijk: plattegrond, Noord, met plaat II
dan vier verschillende in St. Jan geweest.
56
aangegeven. Waarschijnlijk zijn ze er door de Katholieke orgelbouwers in 1619 uitgehakt.
Het kleine Romaansche lichtvenster tusschen toren en Lieve Vrouwe-kapel, dat
reeds vroeger door het voormetselen van den kapelmuur lichtloos was geworden, stopte
men bij die gelegenheid zoo maar niet
met steenen vol. Integendeel men be-
zette die donkere nis met breede
steenen posten, hing haar met eene
deur af, hakte de ruimte ter linker-
zijde, »onder den man” wat uit, en
bracht tot plaatsing van een licht-
lantaarn, in den muur een maziergat
aan. Vervolgens kapte men den onder-
kant der sterk naar beneden hellende
raamnis bijna geheel vlak en metselde
er een paar trapjes voor, zoodat een
plat, goed betreedbaar vloertje ver-
kregen werd.
Deze kleine, brandvrije ruimte *)
van 2 a 2Va M. oppervlakte, op 4 M.
boven den beganen grond gelegen
en oorspronkelijk slechts met behulp
van een losse ladder te bereiken, zal
(naar mijne meening) bestemd zijn
geweest voor »stadskom” of bewaar-
plaats der stedelijke privilegiebrieven.
De ruimte is weliswaar uiterst beknopt,
Plaat II. Doorsnede over C—D. Gezicht naar het Oosten, maar dat was geen beletsel voor de
1. Oorspronkelijke raamnis, later tot vermoedelijke be- i ■ tv . j j j- ,i
waarplaats der privilegiebrieven omgebouwd. 2 en 3. Later bestemming. De sta skom, ie ans
ingebroken schietspleten of lichtopeningen, ongelijk van nog bestaat1 2) en nabij het Zuid-
grootte en op verschillende hoogte aangebracht. 4. Draag-
steentje, waarop de graatbogen eener later gebouwde kerk trancept wordt aangewezen, is twee
worden ongevangen. 5. Boog tusschen toren en oudste eeuwen later gebouwd en heeft ook ter
kerk. In den boog zijn veldkeien verwerkt. 6. roortje, °
waarschijnlijk toegang gevend tot een vroegeren kerkzolder. nauwernood 4 M3. oppervlakte.
7. Rollaag, die tegen een vroeger daar uitgemetseld bouw- t i • j i
werk, vermoedelijk de steenen trapkast, doodliep. *>) * Is hier de plaats niet en
daarbij is het weinig interessant, er
op te wijzen, hoe in den vervaltijd overal in den toren op ruwe wijze gebroken en
1) Thans tot onherkenbaar geschonden en
bij 1; en plaat lil bij a met plaat VI bij a.
2) Er zijn in verloop van tijd niet minder
verbouwd. Vergelijk: plattegrond, Noord, met plaat II
dan vier verschillende in St. Jan geweest.
56