DOI Heft:
[Nr. 2]
DOI Artikel:Erven Dorens, A. A. G. van: Bouwgeschiedenis der St. Janskerk te 's-Hertogenbosch
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0076
— nawijsbaar — de oude plaats, doorgangswijdte i) en diepte in den dag aan 1 2).
De ordonnantie van het portaal schijnt vrij eenvoudig te zijn geweest. De ingang
was vermoedelijk door slechts ééne kolonnet aan elke zijde ingelijst, welker schacht dan
van baksteen was.
Tijdens herstellingswerken in Juli 1880 vond men onder aan den toren gebakken
steenen, die met hun drieën aaneengelegd een ronde schijf van circa 41 c.M. uitmaken 3).
Indien dit materiaal van kolon-
netschachten aan het portaal afkomstig
is, is er m. i. maar plaats geweest voor
ééne enkele aan elke zijde. Bij 41
diameter schacht zal het basement zoo-
wat 60 X 60 c.M. of 2 X 2 uitheemsche
voeten zijn geweest, en past dit precies
in den terugsprong, dien de tegen-
woordige portaaldeur nog binnen den
voorkant-toren maakt.
De onderste verdieping had
waarschijnlijk van binnen geen ont-
lasthogen; de tweede verdieping langs
elke zijde één, waarvan de Zuidelijke
minder breed en ondieper was in ver-
band met den voormaligen torentrap;
de derde en vierde verdieping ieder
drie naar elke windstreek, die later
bij de verhooging van den toren nog
met andere ontlastbogen zijn verdikt.
Zie plaat VI, waarop echter die later
voorgemetselde ontlastbogen niet zijn
aangegeven.
Tot slot dezer regelen nog een
Detailteekening van de lichtvensters, zooals die zich enkel woord over de totaalhoogte van
thans (vermoedelijk nauwkeurig op het oude ,
werk gecopiëerd) in den toren bevinden. den toren.
Zooals uit plaat VII blijkt,
wordt aan schier alle torenpartijen de eenheidsmaat in veelvouden of fracties teruggevonden;
1) Thans 8‘/io Bossche voet, een weinig sprekend getal, maar dat juist beantwoordt aan
8 uitheemsche voeten.
2) De tegenwoordige portaaldeur draait op circa 60 c.M. of 2 uitheemsche voeten, binnen den
ouden voorkant-toren.
3) Dr. C. F. X. Smits geeft er bldz. 14 van zijn meermalen aangehaald werk eene teekening van.
66
De ordonnantie van het portaal schijnt vrij eenvoudig te zijn geweest. De ingang
was vermoedelijk door slechts ééne kolonnet aan elke zijde ingelijst, welker schacht dan
van baksteen was.
Tijdens herstellingswerken in Juli 1880 vond men onder aan den toren gebakken
steenen, die met hun drieën aaneengelegd een ronde schijf van circa 41 c.M. uitmaken 3).
Indien dit materiaal van kolon-
netschachten aan het portaal afkomstig
is, is er m. i. maar plaats geweest voor
ééne enkele aan elke zijde. Bij 41
diameter schacht zal het basement zoo-
wat 60 X 60 c.M. of 2 X 2 uitheemsche
voeten zijn geweest, en past dit precies
in den terugsprong, dien de tegen-
woordige portaaldeur nog binnen den
voorkant-toren maakt.
De onderste verdieping had
waarschijnlijk van binnen geen ont-
lasthogen; de tweede verdieping langs
elke zijde één, waarvan de Zuidelijke
minder breed en ondieper was in ver-
band met den voormaligen torentrap;
de derde en vierde verdieping ieder
drie naar elke windstreek, die later
bij de verhooging van den toren nog
met andere ontlastbogen zijn verdikt.
Zie plaat VI, waarop echter die later
voorgemetselde ontlastbogen niet zijn
aangegeven.
Tot slot dezer regelen nog een
Detailteekening van de lichtvensters, zooals die zich enkel woord over de totaalhoogte van
thans (vermoedelijk nauwkeurig op het oude ,
werk gecopiëerd) in den toren bevinden. den toren.
Zooals uit plaat VII blijkt,
wordt aan schier alle torenpartijen de eenheidsmaat in veelvouden of fracties teruggevonden;
1) Thans 8‘/io Bossche voet, een weinig sprekend getal, maar dat juist beantwoordt aan
8 uitheemsche voeten.
2) De tegenwoordige portaaldeur draait op circa 60 c.M. of 2 uitheemsche voeten, binnen den
ouden voorkant-toren.
3) Dr. C. F. X. Smits geeft er bldz. 14 van zijn meermalen aangehaald werk eene teekening van.
66