Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: Monumenten van geschiedenis en kunst in Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0106

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
overblijfselen van hoofdzakelijk romeinsche beschaving uit het eerste driekwartgedeelte
van de lste eeuw na Chr. blootgelegd. Het draagt de onmiskenbare sporen van door
brand te zijn verwoest. Alle gegevens wijzen op het »Oppidum Batavorum”, dat Claudius
Civilis, naar het verhaal van Tacitus, niet durfde verdedigen, maar in brand stak, alvorens
naar het eiland van zijn stam terug te trekken.

Het is bekend dat het tiende legioen, onder Cerialis, het vluchtende Batavenleger
versloeg en achtervolgde en daarna, tot in het begin van de 2de eeuw, in deze streken
gelegerd bleef. Dr. Holwerda’s nasporingen hebben nu, op nauwelijks 300 meters westwaarts

van het Germanenkamp, het bestaan van een tweede kampplaats, maar van zuiver
romeinschén oorsprong, aangetoond, dat, blijkens de gevonden scherven, aan hetzelfde,
tiende legioen heeft toebehoord.

Is dit kamp, op zich zelf genomen, niet identiek met een »stad”, het moet toch
de aanleiding gegeven hebben tot de vorming van een nederzetting in zijn nabijheid.
Die nederzetting van burgerlijken aard is in den meer vreedzamen tijd, die op de onder-
drukking van den opstand volgde, in omvang toegenomen en verkreeg van keizer Trajanus
naar wien ook het tiende legioen zich noemde, stadsrecht. Wel is waar bleef ons het

96
 
Annotationen