Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: Monumenten van geschiedenis en kunst in Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0107

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
decreet dier verheffing onbekend, maar andere feiten staven op voldoende wijze ons
beweren. Talrijke opschriften op gedenkteekenen van soldaten, die hier gelegerd waren,
noemen hun vaderstad naar Trajanus: »Ulpius Noviomagus”.

Aldus zou bedoelde keizer den grondlegger der stad kunnen genoemd worden en
mag men haren ouderdom van omstreeks het jaar 100 na Chr. rekenen.

De aard en het bestek van dit opstel gedoogen niet dat wij in de bijzonderheden
der romeinsche voorgeschiedenis van Nijmegen verder doordringen. Belangstellenden
verwijzen wij naar de publicaties van Dr. Holwerda’s onderzoekingen in het «Bulletin”
en elders, zoomede naar het Juni-nummer van het «Bulletin” van 1918, alwaar

Groote Markt. Naar een teekening van Abraham de Haan A°. 1732.

door Dr. Bijvanck in verband met dit zelfde onderwerp is geschreven.

Evenmin kunnen wij ons hier inlaten met een speciaal onderzoek naar de juiste
plaats, die de romeinsche stad zou hebben ingenomen, hetzij dat hiervoor de kern van
het tegenwoordige Nijmegen (zie: Van Schevichaven in «Gelre" deel IX), dan wel een
terrein ten Westen van de Nieuwe Haven (de voormalige Winseling en Lennepe-kamer),
of zelfs nog een andere plaats moet gelden.

Wij volstaan met de mededeeling dat talrijke opgravingen in en onmiddellijk bij
Nijmegen getuigen van een onafgebroken verblijf van de Romeinen gedurende de drie
eerste eeuwen onzer tijdrekening en een groot deel van de vierde eeuw. In het gemeentelijke
museum (voormalige kerk van het klooster Marienburg, op het plein van dien naam),

97
 
Annotationen