Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: Monumenten van geschiedenis en kunst in Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0118

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Het inwendige is nagenoeg geheel verbouwd. Ondanks het dorre, dat den voorgevel
eigen is, doet hij als afsluiting van de Burchtstraat niet kwaad. Zekere rust is daarenboven
aan het geheel niet te ontzeggen.

Van dezelfde hand is de gevel van het Oud-Burgeren gasthuis in de Molenstraat,
die in 1849 is opgetrokken.

2. Het Valkhof.

De naam «Valkhof” waaronder de voormalige Keizersburcht te Nijmegen vrij
algemeen bekend staat, behoorde in de Middeneeuwen uitsluitend aan het nu nog eveneens
geheeten plein, dat tusschen het kasteel en de meest nabij zijnde stadspoort (de Burcht-
poort) was gelegen en waar de valkenkooien van den burggraaf stonden.

Tegenwoordig wordt ook de
plaats, waar het kasteel gestaan heeft,
welke tot wandelpark dient, Valkhof
genoemd. Ten tijde van de slooping
(1796) sprak men van den «Fursten-
domsburcht”, maar het mag niet ont-
kend worden dat de thans in gebruik
zijnde benaming hare rechten heeft.
Reeds op het in 1572 uitgegeven
stadsplan van Braun en Hogenberg
wordt de burcht als «Den Wallick
hof” aangeduid, en in vele stukken,
zoo van vroeger als later tijd, keert de-
zelfde naam in allerlei spellingen terug.

De oorsprong van het burcht-
kasteel is zeer oud. Met zekerheid
weten wij dat Karei de Groote in 777 te Nijmegen een rijks-palts (palatium publicum)
bezat, alwaar hij toen een schenking aan het bisdom Utrecht deed. ’s Keizers tijdgenoot
en levensbeschrijver, Eginhard, vermeldt dat de vorst te Nijmegen den bouw van een
nieuw paleis begon (inchoavit). Op goede gronden moet worden aangenomen dat dit
in zijn laatste regeeringsjaren geschiedde en dat zijn zoon en opvolger, Lodewijk de
Vrome, den bouw voleinde.

Van dezen paleisbouw is weinig meer overgebleven dan de oudste deelen der
achthoekige kapel, in den N.-W.-hoek van de wandelplaats en nog is het onzeker of
zelfs die gedeelten niet tot een jongeren tijd behooren. Het geheel is een rondbouw,
waarbij een zestienhoekige omgang in twee verdiepingen een achtzijdigen kern omsluit,
die in elke verdieping door halfrond getoogde openingen met den omgang gemeenschap
heeft. In het midden van de openingen der verdieping zijn deelzuiltjes opgesteld, die de op
dubbele toogjes rustende boogvullingen ondersteunen. De afstand tusschen twee tegen-

108
 
Annotationen