Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 12.1919)

reconstruktie te ontwerpen van den toestand waarin de burcht zich in het midden der
XVIIlde eeuw bevond. Wij geven een afbeelding van den omtrek van den plattegrond,
waarop, gelijktijdig met den tegenwoordigen parkaanleg, de achthoekige kapel en het
halfrond van Barbarossa als nog bestaande en boven den grond oprijzende ge-
deelten, met zwarte invulling zijn aangegeven. De Noordwestelijke muurtoren met
weerzijds aansluitende deelen van den vestingmuur, zoomede deelen van de brug, die

voor de hoofdpoort lag,
zijn, als onder den grond
gelegen, door arceering
van de boven den grond
zichtbare overblijfsels on-
derscheiden.

De ringmuur, die
door de aanwezigheid van
bij de slooping in den
grond gelaten baksteenen
contreforten ten deele met
zekerheid in zijn loop kon
worden gevolgd, is op de
teekening door een zware,
gestippelde lijn afgebeeld.
De muurtorens nemen de
plaatsen in, die uit de
afbeeldingen konden
worden opgemaakt.

Bij hetinteekenen van
den buitensten ringmuur,
die evenwel niet tot Fre-
derik’s bouw behoort en
vermoedelijk uit de XVde
eeuw dateert, is het nog
aanwezige gedeelte door
een getrokken lijn, het
vermoedelijk vroeger be-
staan hebbende deel door een dubbele gestippelde lijn aangeduid.

Behalve den binnensten ringmuur met zijn bolwerken en hoofdpoort, behoorden tot
de Xllde eeuwsche stichting zeer zeker de Reuzentoren en de nog aanwezige koornis.
Zoomin als deze, stond de eerste oorspronkelijk op zich zelf, maar verrees vermoedelijk
tusschen twee vleugels, die aan zijn smalle zijden aanstieten en waarschijnlijk met de
einden naar het noorden ombogen. De koornis sloot met hare westzijde tegen een

Halfronde koornis van Barbarossa’s burchtherstelling, A°. 1155.
Buitenzijde.

114