Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: Monumenten van geschiedenis en kunst in Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0125

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
langwerpig gebouw, dat aanvankelijk wel niet de lengte zal gehad hebben, die het op
onzen plattegrond vertoont.

In de XVde eeuw werd het kasteel uitgebouwd. Was tot nu toe tufsteen
als bouwmateriaal gebezigd, thans werd baksteen gekozen. Waarschijnlijk werd bij
deze gelegenheid het genoemde langwerpige gebouw, zoowel in de richting van
den Reuzentoren als naar het zuiden verlengd, waarbij de zuidelijke afsluiting
werd gevormd door het optrekken van een der muurtorens (het Jonker Jans-
torentje). Ook de naar het noorden ombuigende vleugels, ter weerszijden van den
Reuzentoren, zijn waarschijnlijk in dit tijdperk verlengd geworden, waardoor eenerzijds

Valkhofburcht in 1795 naar een teekening van Hendrik Hoogers.

aansluiting werd verkregen met de achthoekige kapel, anderzijds met den Noordelijken
vestingmuur.

Nog in de XVIde eeuw werd het gebouwen-complex vergroot door de oprichting
van een gebouw tusschen den bestaanden vleugel ten Oosten van den reuzentoren en
den oostelijken vestingmuur (de prinsenkeuken).

Latere verbouwingen hadden slechts verbeteringen ten gerieve van de bewoners
ten doel.

Van het algemeen aanzicht dat de burcht onmiddellijk vóór zijn slooping moet
gehad hebben, geven ons de gewasschen en later door Thelott in koper gestoken teekeningen
van Hendrik Hoogers uit de jaren 1784 en 1795 een goed denkbeeld. Van de

115
 
Annotationen