Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: Monumenten van geschiedenis en kunst in Nijmegen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0148

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
10. De Belvedere.

De Noord-oostelijke hoek der vesting, zooals deze in 1467 was uitgelegd, werd
gevormd door een vooruitspringenden, ronden toren. Volgens overlevering zou de hertog
van Parma hem den naam »Belvedere” hebben gegeven. In de XVIIde eeuw diende hij tot
»corps de guarde” voor de gewapende burgers.

Wegens het schoone uitzicht, dat men van daar genoot, besloot de Raad den
5en Juli 1646 om den toren te doen »opvuyren” volgens het »besteck ende model bij
der stadsmetseler gestelt”. Hier hebben wij derhalve een zekere aanduiding dat, althans
omstreeks de helft der XVIIde eeuw, de metselaar in stedelijken dienst met het ontwerpen der

uit te voeren gebouwen was belast. De waar-
schijnlijkheid dat dit ook in voorafgaande jaren
het geval was, is groot en daardoor wordt het
vermoeden versterkt, dat de kerkboog (boven-
bouw) en de Waag door den stadsmetselaar
werden ontworpen.

De bouw had ten doel een gelegenheid te
scheppen, waar de leden van den raad met hunne
gezinnen een aangename verpoozing konden
vinden en gelijktijdig genieten van het onver-
gelijkbare schouwspel, dat zich daar aan het oog
voordoet. Met dit doel werd een plat dak aan-
gebracht, dat van een steenen balustrade was
voorzien. Zelfs besloot men tijdens den bouw
om den traptoren hooger op te trekken dan
aanvankelijk bedoeld was, ten einde den kring
van het uitzicht te verwijden.

Het geheel spreekt door zijn logischen
opzet, terwijl het overigens hoogst eenvoudig is
ontworpen. Een prachtig in steen gehouwen
wapen, boven de westelijke deur, vormt het eenigste sieraad. Aan »Meister Groeningen’’
werd er 250 gulden voor betaald, benevens twee rijksdaalders voor zijn huisvrouw.

Het thans aanwezige wapen is een copie dat door wijlen den beeldhouwer H. Leeuw Sr.
naar het oorspronkelijke, dat binnen het Gemeente-museum in een der wanden is ingemetseld.

In 1888 werd het gebouw gerestaureerd, waarbij de steenen balustrade, die verloren
was gegaan, naar een teekening uit de XVIIde eeuw van Doomer vernieuwd werd. Bij
deze gelegenheid werd in de bovenzaal een schouw geplaatst, gevormd door een
eikenhouten kap op steenen karyathiden en voorzien van het jaartal 1626. Zij is
afkomstig van een woonhuis in de Molenstraat, dat kort te voren gesloopt was.

Nijmegen, Mei 1919. J. J. WEVE.

138
 
Annotationen