Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Hudig, Ferrand W.: Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0210

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
een geheel anderen koers, dan de oprichters der eerste fabrieken hadden bedoeld. Het
waren vooral de welgeslaagde nabootsingen van het Chineesche porcelein in Duitschland,
die tot de oprichting der Engelsche fabrieken den stoot gaven. Van porcelein is echter
een hoofdbestanddeel kaolin en deze grondstof werd in Engeland slechts in zeer kleine
hoeveelheden gevonden. Wel was Louis Poterat in Rouaan er reeds in 1673 in geslaagd,
zonder kaolin een glasachtige substantie saam te stellen, die uiterlijk veel op porcelein
geleek, maar chemisch bleef dit toch een geheel verschillend product. Dit surrogaat,
bekend onder den naam »pate-tendre”, kon slechts een hitte verdragen van hoogstens
1100J, terwijl het echte porselein bij 1320—1550’ gebakken wordt. Het bleef dan ook
poreuzer en was minder goed bestand tegen temperatuurverschillen. De glazuur verbond
zich chemisch niet met de kleispecie en vormde slechts van buiten een matig harde
glaskorst. Een voordeel was daarbij, dat de, in den moffeloven opgebrande, emailkleuren

Fig. 7a. Chelsea-porcelein. + 1750. Fig. 7b. Bow-porcelein. 1745/76.

gemakkelijk in de glazuur wegzonken en zoodoende een dieperen gloed en grooter glans
verkregen. Gladheid en glans zijn dan ook de uiterlijke kenteekenen, waardoor »pate-tendre”
van werkelijk porcelein te onderscheiden is. Waarschijnlijk heeft men in Engeland
aanvankelijk getracht met geimporteerde klei echt porcelein te bakken, maar spoedig
stelde men zich toch met het Fransche surrogaat tevreden en voor de grootere fabrieken
blijft pate-tendre het typisch product.

Het was in de buurt van Londen, dat omstreeks 1745 de eerste porceleinovens
werden ingericht; of Bow of Chelsea daarbij den voorrang had, blijft onbeslist; in 1751
volgde Worcester en vijf jaar later Derby. Het werk van deze vier voornaamste
bakkerijen uit elkaar te houden, is lang niet altijd een gemakkelijke taak. Met merken
nam men het niet nauw; waar een fabrieksmerk voorkomt, is dit volstrekt niet altijd
een waarborg voor de herkomst en zeer veel van het goed draagt in het geheel geen

200
 
Annotationen