DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:Hudig, Ferrand W.: Aanwinsten van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0214
bleven toch steeds dezelfde. Het waren: de glassubstantie (fritte), pijpaarde, beenderasch
en steatiet (een kiezelzure magnesia uit Cornwall, waarvan het gebruik aan Bow en
Chelsea onbekend bleef). Bij het branden vormden deze stoffen een zuivere, dichte,
goed saamgesmolten witte massa, die, daar zij eenig blauwsel bevatte, groenachtig door-
schijnend was. De dunne loodhoudende glazuur was hard en glanzend, maar toch vertoonde
zij de kleine oneffenheden, die anders slechts bij »pate-dure” voorkomen en die in het
gevoel aan fijn leder doen denken. Barsten, zooals bij Chelsea en Derby, kwamen bij
het Worcesterwerk niet voor. De deugdelijke samenstelling der elementen maakte een
onberispelijke afwerking mogelijk. De vormen, over het algemeen eenvoudig, waren
smaakvol en goed van verhouding. Afwisseling werd vooral gezocht in de gekleurde
versiering, die rijker werd naarmate meer werklui
en kunstenaars van buitenaf toestroomden. In de
eerste periode (1751 tot 1783), die gewoonlijk
naar Dr. Wall genoemd wordt, hebben Chineesche
en Japansche patronen de overhand. Het blauw
en wit behoort bijna uitsluitend tot dezen tijd.
Het gekarteld schoteltje (fig. 8) geeft, behalve
van de zuivere afwerking, een goed denkbeeld
van de grappig eigenwijze manier, waarop de
oostersche voorbeelden vertolkt werden. Met
kwistige hand zijn de Chineesche symbolen hier
rondgestrooid: aan den rand de acht legen-
darische muziekinstrumenten en in het plat eenige
minder duidelijk herkenbare voorwerpen, daar-
tusschen een levendig krioelen van half Europeesche
arabesken. Zelfs het merk (fig. 9), waarin de W
van Dr. Wall verscholen is, draagt een, zij ’t wat
versiering. Periode van Dr. Wall. 1745/76. zonderling, Chineesch karakter. Van gemengd
Chineeschen en Europeeschen oorsprong is ook
de versiering van de drinkkom (fig. 8). De reliefrank, die met een matrijs aan de buitenzijde
is ingedrukt, is stellig aan Chineesch werk ontleend; het was een geliefkoosd patroon,
dat op allerlei voorwerpen werd aangebracht. De wand is op de ingedrukte plaatsen
dunner, waardoor een aardig lichtspel ontstaat. Het blauw der Europeesche teekening
aan de binnenzijde is troebel, zooals dit bij het Worcester porcelein veel voorkomt. De
gekleurde versieringen waren bij het vroege werk meest van Japansche herkomst. Van
het z.g. Imariporcelein uit Arita waren vooral twee soorten in Europa zeer verbreid. In
de eerste plaats het slordige exportgoed, waarvan bij Bow reeds sprake was, en dan het
fijne zorgvuldig geteekende werk van den beroemden Sakaido Kakiemon en zijn volgelingen.
Hiervan had August de Sterke van Saksen reeds in de 17de eeuw een prachtige collectie
bijeengebracht en bijna alle Europeesche fabrieken waagden hieraan haar krachten. Buiten-
204
en steatiet (een kiezelzure magnesia uit Cornwall, waarvan het gebruik aan Bow en
Chelsea onbekend bleef). Bij het branden vormden deze stoffen een zuivere, dichte,
goed saamgesmolten witte massa, die, daar zij eenig blauwsel bevatte, groenachtig door-
schijnend was. De dunne loodhoudende glazuur was hard en glanzend, maar toch vertoonde
zij de kleine oneffenheden, die anders slechts bij »pate-dure” voorkomen en die in het
gevoel aan fijn leder doen denken. Barsten, zooals bij Chelsea en Derby, kwamen bij
het Worcesterwerk niet voor. De deugdelijke samenstelling der elementen maakte een
onberispelijke afwerking mogelijk. De vormen, over het algemeen eenvoudig, waren
smaakvol en goed van verhouding. Afwisseling werd vooral gezocht in de gekleurde
versiering, die rijker werd naarmate meer werklui
en kunstenaars van buitenaf toestroomden. In de
eerste periode (1751 tot 1783), die gewoonlijk
naar Dr. Wall genoemd wordt, hebben Chineesche
en Japansche patronen de overhand. Het blauw
en wit behoort bijna uitsluitend tot dezen tijd.
Het gekarteld schoteltje (fig. 8) geeft, behalve
van de zuivere afwerking, een goed denkbeeld
van de grappig eigenwijze manier, waarop de
oostersche voorbeelden vertolkt werden. Met
kwistige hand zijn de Chineesche symbolen hier
rondgestrooid: aan den rand de acht legen-
darische muziekinstrumenten en in het plat eenige
minder duidelijk herkenbare voorwerpen, daar-
tusschen een levendig krioelen van half Europeesche
arabesken. Zelfs het merk (fig. 9), waarin de W
van Dr. Wall verscholen is, draagt een, zij ’t wat
versiering. Periode van Dr. Wall. 1745/76. zonderling, Chineesch karakter. Van gemengd
Chineeschen en Europeeschen oorsprong is ook
de versiering van de drinkkom (fig. 8). De reliefrank, die met een matrijs aan de buitenzijde
is ingedrukt, is stellig aan Chineesch werk ontleend; het was een geliefkoosd patroon,
dat op allerlei voorwerpen werd aangebracht. De wand is op de ingedrukte plaatsen
dunner, waardoor een aardig lichtspel ontstaat. Het blauw der Europeesche teekening
aan de binnenzijde is troebel, zooals dit bij het Worcester porcelein veel voorkomt. De
gekleurde versieringen waren bij het vroege werk meest van Japansche herkomst. Van
het z.g. Imariporcelein uit Arita waren vooral twee soorten in Europa zeer verbreid. In
de eerste plaats het slordige exportgoed, waarvan bij Bow reeds sprake was, en dan het
fijne zorgvuldig geteekende werk van den beroemden Sakaido Kakiemon en zijn volgelingen.
Hiervan had August de Sterke van Saksen reeds in de 17de eeuw een prachtige collectie
bijeengebracht en bijna alle Europeesche fabrieken waagden hieraan haar krachten. Buiten-
204