Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0016

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
IO

WELKOMSTGROET.

waaraan het ingeschapen gevoel voor de har-
monie der schoonheid niet altoos deel neemt.

Men stelt soms aan tonen, lijnen, kleuren
onbewust andere eischen dan die welke het
kunstwerk — als kunstwerk alleen — geroepen
is te bevredigen.

In Europa zelve, bij den afloop der
middeleeuwen, begon men de grootheid eener
gedachte door reusachtige vormen uit te druk-
ken. Men beeldde Christus als eenen reus op
een’ reusachtigen ezel rijdende af, waarvan
Zimmermann ons verhaalt in zijne Hamburger
Kronijk. Men beeldhouwde eenen 22-voet
hoogen « Herrgott », waarvan Hottinger in
de Helvetische kerkgeschiedenis spreekt, en
zoo al meer. Heden nog komen de reuzen
als vuurbakens en anderszins weder in den
smaak.

Het reusachtige is niet schoon door de
uitgebreidheid van de stof. Zelfs kan geen
kunstwerk « schoon » worden genoemd, wan-
neer het de uitdrukking is eener onzedelijke
gedachte.

De onzedelijkheid kan niet ter liefde van
het hulsel worden geduld.

Ter verdere toelichting dezer eenvoudige
beginselen van schoonheidsleer, roepen wij
den welwillenden lezer eenvoudig toe :

« Let op onze daden. »
 
Annotationen