Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0351

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
toonkunst.

325

la purete de ses moeurs, ou de ses penchants ä la
mollesse. » (i)

Iedereen, zoö dankt mij, zal hiermede instemmen,
als hij achtereeri gehoord en vergeleken zal hebben :
La Marseillaise, God save the Queen, en het Volks-
lied der Polakken, zonder dat het noodig zij den zin
der woorden te verstaan.

Wanneer men mij hierbij tegenwerpt dat La Mar-
seillaise eene melodie is uit het oratorio Esther van
Grison (2), en dat God save the Queen een pruisisch
Volkslied is, dan hebben wij eenvoudig er op te wijzen
dat Rouget Delisle eerstgenoemde melodie overnam,
omdat diegeheel aan den franschen geest beantwoordt,
en dat het ernstig karakter des duitschen monarchisch
gezinden volks niet zeer verschilt van dat der in ’t alge-
meen zeer conservatieve engelsche natie.

Groot is het voorrecht der toonkunst boven de
Schilder-, teeken- en beeldhouwkunst, want slechts een
enkel oogenblik in den tijd kunnen deze plastische
kunsten verbeelden; hare grenzen zijn afgebakerd. Wat
er vöör of 11a den slag van Isly gebeurd is, zal u de
beroemde schilderij van Horace Vernet niet leeren;
geschiedenis of verbeelding moet u daarbij ter hulp
körnen. Beter is in dit opzicht het lot aan de tocn-
kunst bereid. De toonkunstenaar kan zijne denkbeeiden
naar willekeur breed en lang samendringen, weer ont-

(1) Resume philosophique de l’histoire de la musique, bl. LI11.

(2) J. B. L. Grison, 1775-1787, muziekdirecteur aan de hoofd-
kerk te S. Omaars, schreet in die jaren dit oratorio, op eenen
tekst uit Racine’s Esther geput, in welks eerste deel. De laster
genoemd, de geheele melodie voorkomt. Eerst in 1792 dichtte
Rouget Delisle de woorden van dit Volkslied. Aldus te lezen bij
Arthur Loth’ in zijn vlugschrift Le chant de la Marseillaise et
son veritable auteur, en in de Neue Musik-Zeitung, 1887, bl. 10g.
 
Annotationen