Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0532

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
NEDERLANDSCHE OUDHEDEN.

5oq

referri; quare posuit in deliberationem universitatis an
ne dicta Dominorum deputatorum resolutio placeat et,
ex unanimi omnium quinque factum deliberatione, con-
clusit placere quod dicto Domino Justo Lipsio dictus
locus assignetur placere, quoque quod ad omnes et
singulos solemnes actus singularum factum vocetur.

Hetgeen het volgende beteekent :

« Eindelijk verklaarde mij de heer rector, dat hij,
wegens eenige buitengewone hoedanigheden van den
heer meester Justus Lipsius, licentiaat in de rechten en
professor der latijnsche letteren, aan de heeren gezanten
voorgesteld heeft, of het niet passend wäre aan genoem-
den heer Lipsius in den optocht, welke toen gehouden
zou worden bij de körnst van onze vorsten, alsook op
bijeenkomsten en openlijke zittingen der hoogeschool,
eene eervollere plaats te geven. Daarop hebben de
heeren gezanten besloten genoemden heer in de open-
lijke zittingen en bijeenkomsten der hoogeschool eene
plaats aan te wijzen onmiddelijk achter den deken
der eerbare faculteit van wetenschappen. Zij oordeelden
echter dat dit aan de universiteit zelve moest gemeld
worden.

Daarop werd dan aan de universiteit in over-
weging gegeven of het besluit der genoemde heeren
gezanten haar behaagde.

Als nu alle vijf faculteiten de zaak eenstemmig over-
wogen hadden, besloot de rector dat het passend was
aan genoemden heer Justus Lipsius de gemelde plaats
toe te kennen, en dat hij tot alle plechtigheden der
faculteiten in ’t bijzonder zou uitgenoodigd worden. »

Nergens is er iets meer over deze zaak in de Acta
te vinden.

Brussel.

K. P.
 
Annotationen