626
TOONEELKUNST.
in den salon of aan het hof ä petit feu gebraden te
worden, dat is 00k al niet erg prettig. Vas donc pour
les Nibelung, waarin men bij nn petit trait de flute
in geestdrift ontbrandt (?), zonder in ’t minst toon of
woord te verstaan.
De lästige dramaschrijvers dwingen u veel meer
tot luisteren en verstaan! Daar ligt de knoop! Anders
wäre ’t toch evenzeer chique geworden de Meiningers
als de hoogduitsche zangers te gaan hooren.
Zieh voorbereiden om Maria Stuart of Die Jungfrau
van Orleans te gaan zien... het stuk te lezen en er over
na te denken, dat kan men toch van niemand vergen!
Men möge tegen de kunst dezer ervaren tooneel-
spelers inbrengen, dat vele eenvoudige volzinnen en
regels te zeer gedeclameerd, en als op den preektoon
worden voorgedragen! Men möge zeggen dat geen
hunner hemelhoog boven de anderen uitsteekt. Het
zij zoo.
Wij zullen den gezwollen toon niet verdedigen, al
kwam die 00k in de stukken van Shakespeare minder
voor, dan in de Schiller’sche drama’s. We zullen 00k
niet ontkennen, dat zieh tusschen deze spelers geen
Possart, geen Salvini, geen Garrick, geen Talma, geen
Rachel of Ristori bevindt.
Maar tien dubbel heeft de groep van kunstenaars
den lof verdiend die hun is toegezwaaid; tien dubbel
de ontvangst die hun in Nederland en Antwerpen is
te beurt gevallen, door de groote voortreffelijkheden
welke zij gezamenlijk toonen.
Vergelijkt vooreerst hun repertoire eens bij dat van
andere toooneelen, en vooral bij de brusselsche schouw-
burgen, waar bloedschande en echtbreuk de opmerk-
zaamheid der hoorders avond aan avond in pacht nemen.
Vergelijkt de orde, de eenheid, de juistheid der
TOONEELKUNST.
in den salon of aan het hof ä petit feu gebraden te
worden, dat is 00k al niet erg prettig. Vas donc pour
les Nibelung, waarin men bij nn petit trait de flute
in geestdrift ontbrandt (?), zonder in ’t minst toon of
woord te verstaan.
De lästige dramaschrijvers dwingen u veel meer
tot luisteren en verstaan! Daar ligt de knoop! Anders
wäre ’t toch evenzeer chique geworden de Meiningers
als de hoogduitsche zangers te gaan hooren.
Zieh voorbereiden om Maria Stuart of Die Jungfrau
van Orleans te gaan zien... het stuk te lezen en er over
na te denken, dat kan men toch van niemand vergen!
Men möge tegen de kunst dezer ervaren tooneel-
spelers inbrengen, dat vele eenvoudige volzinnen en
regels te zeer gedeclameerd, en als op den preektoon
worden voorgedragen! Men möge zeggen dat geen
hunner hemelhoog boven de anderen uitsteekt. Het
zij zoo.
Wij zullen den gezwollen toon niet verdedigen, al
kwam die 00k in de stukken van Shakespeare minder
voor, dan in de Schiller’sche drama’s. We zullen 00k
niet ontkennen, dat zieh tusschen deze spelers geen
Possart, geen Salvini, geen Garrick, geen Talma, geen
Rachel of Ristori bevindt.
Maar tien dubbel heeft de groep van kunstenaars
den lof verdiend die hun is toegezwaaid; tien dubbel
de ontvangst die hun in Nederland en Antwerpen is
te beurt gevallen, door de groote voortreffelijkheden
welke zij gezamenlijk toonen.
Vergelijkt vooreerst hun repertoire eens bij dat van
andere toooneelen, en vooral bij de brusselsche schouw-
burgen, waar bloedschande en echtbreuk de opmerk-
zaamheid der hoorders avond aan avond in pacht nemen.
Vergelijkt de orde, de eenheid, de juistheid der