Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 12.1919)

door een dunne zwarte contour, die langs het lichaam van Christus en ook langs de
handen der heiligen is gezet. Ter vergelijking is er in Nederland geen muurschildering
of fresco, dat de qualiteit van dit tympaan nabij komt. Toch zijn er kunstwerken uit de
late XlVde eeuw, die het karakter van deze Utrechtsche muurschildering helpen verklaren.
Ik bedoel de Heiligen op de luiken van het z.g. Zutfensche altaar, thans in het Neder-
landsch Museum te Amsterdam en de zich in de St. Walburgkerk te Zutfen bevindende
muurschildering, voorstellend St. Christoffel met drie heiligen. Uit dezen grootschen
decoratieven stijl kan het Utrechtsche kunstwerk voortgekomen zijn en we zullen voor
den misschien eenmaal nader te preciseeren stijl van dezen meester de invloeden hebben
te onderzoeken, die het sterkst in het Oosten van ons land hebben gewerkt.

Utrecht, Nov. 1919. Jonkvr. Dr. C. H. DE JONGE.

ROMEINSCHE OUDHEDEN IN LIMBURG.

In De Maasgouw van October 1919 is een verslag te vinden over Romeinsche
vondsten bij Ter lVinselen. Daaraan is het volgende ontleend. — Ten behoeve van de
Staatsmijn Wilhelmina wordt ten Zuiden van de Hoeve Ter Winselen een rangeerterrein
aangelegd, dat zich uitstrekt tot ruim 300 M. over den weg, die van Onderspekholz
voorbij de Hoeve Ter Winselen loopt. Zuidelijk van dezen weg maakt het nieuwe
emplacement een vrij diepe insnijding in het land en daar werd, bij het graafwerk op
ongeveer 250 M. ten Zuid-Oosten van den weg, ruim een halven meter onder de
oppervlakte, een Romeinsche begraafplaats ontdekt. Het meeste, dat toen aan het licht
kwam, werd vernield, maar door de goede zorgen van den Z.E. Heer H. Spierts, pastoor
te Ter Winselen, werd toch nog het een en ander gered. Het zijn een paar borden van
terra-sigillata en eenige urnen. — Waarschijnlijk is daar in de nabijheid een Romeinsch
landhuis geweest. Dit lag dan niet ver van den Romeinschen verkeersweg, die van
Coriovallum (Heerlen) naar Aken liep, en vermoedelijk in de onmiddellijke nabijheid
van een Romeinschen binnenweg, die den ouden Akerweg langs de nederzetting te Ter
Winselen en Eygelshoven, waar Dr. W. Goossens eenige jaren geleden een Romeinsche
villa heelt ontdekt, verbond met de groote Romeinsche heerbaan van Tongeren over
Maastricht en Heerlen naar Gulik en Keulen. — In de nabijheid van het terrein, waar
de Romeinsche oudheden aan het licht kwamen, zullen voor de Parochie Ter Winselen
een kerk en een school verrijzen. Het is te verwachten, dat dan nog meer Romeinsche
overblijfselen aan het licht zullen komen.

Belangrijker zijn de vondsten te Heerlen, waarvan de Heer P. Peters een verslag
geeft in het nummer van De Maasgouw van December 1919. — De talrijke vondsten
van Romeinsche oudheden, te Heerlen aan den dag gekomen, bewijzen, dat daar eens
een belangrijke Romeinsche nederzetting is geweest. Waarschijnlijk was het Coriovallum,
de eenige Romeinsche plaats van belang, waarvan ons in die buurt de naam is overgeleverd.
Reeds lang werd gezocht naar gegevens over de juiste ligging, het karakter en den

227