Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Six, Jan: Pieter Saenredam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0035

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
bezit is, waarin ik slechts kan gissen hoe een uitknipsel van het schutblad bovengenoemd,
met de hand van Saenredam, geplakt kan zijn.

Maar een oudheidminnaar van die dagen maakte geen aanspraak op die nauw-
keurigheid, waarop wij ons soms wat al te zeer verhoovaardigen.

Saenredam echter was vóór alles schilder en als schilder nam hij die vrijheden,
waarvan ieder kunstenaar, bewust of onbewust gebruik moet maken, zal hij zijn aard niet
verloochenen. Een kunstenaar is geen getuige, die niets dan de waarheid heeft te verklaren
en de geheele waarheid. Hij deelt juist zooveel van de waarheid mede als hem past om
zijn doel te bereiken. Hij vult dat zoover noodig aan door zijn verbeelding. Het moge
een hoogere waarheid zijn, die hij verkondigt, mij wel, maar die moet men dan ook niet
voor wat anders nemen dan zij is en niet dan met de uiterste voorzichtigheid als aan-
wijzing omtrent de naakte feiten gebruiken. Saenredam is vooral colorist. Hij mag een
enkele maal niet versmaden van de tegen-
stelling van licht en bruin gebruik te ÖiTBH^^^Hl|^^BS^«i^te»^ftQ^
maken, die zoo in de mode begon te komen
en waar Rembrandts overweldigende per-
soonlijkheid zulk een roem aan heeft
gegeven, in zijn besten arbeid zijn het
verhoudingen van sobere kleuren, die door
hun werking ruimte en diepte, lucht en
licht scheppen. Zijn penseelbehandeling
herinnert, wanneer hij vlakke kleurtjes
van bruin en rose naast elkander zet, nog
sterk aan de XVlde eeuw, maar toch weet
hij daarmee zulk een kracht te bereiken,

dat zijn Manekerk bij mij de nabijheid van ^ 1 Beende Paus uit een prent

j j j j van Londerseel.

Vermeer's straatje schitterend doorstaat.

Wat meer doorschilderd schijnen zijn blauwe luchten, die zich zoo hoog welven, maar men

konst, heeft dit bouck naer sijns meesters overlijden bekommen alsoo sij sonderlinge goede vrimden waren:
Want Heemskerck, hem bij Rauwaert tot Amsterdam ten huyse begaff, Daer hij (met consent der magistraten)
uyt de stadt Haerlem weeck, geduierende haere beleegcringhe, inden jaren 1572 ende 1573.

<Coil\tli§ Ontcliji.v .-§c!)üiH*r, van Haerlem, dit bouck van Rauwaert voorss. te leen hebbende, heeft
t'selve met grooter moeiten, daer na, tot eyghen bekommen, ijets voor schilderende, ende bleeff het voorts
in alsulcken waerden bij hem dat het noyt te koop en was, soolangh hij leeffden, t'welcken sijn eynde nam
met den elffden dach November 1638, out wesende 76 jaren.

PirtCE UU1$5. ^ntgijll, Silveismit, (getrout met de natuerlijcke Dochter van Mr. Cornelis schilder
voornoemt) is dit selve toegekommen bij erffenisse; ende oock wederomme, met noch veel andere konst, soo
schilderijen, teyckeningen als printen verkoft, Int jaer 1639.

Pictri" ^flEtltetiant, Schilder, heeft dit bouck gekoft, van Pieter Beggijn voornoemt int jaer 1639,
ende wederomme 't selve inbinden laten, en versien dat het voor meerder smette en vuylicheijt, bewaert
kan blijven.

23
 
Annotationen