Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0083

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Musea.

Verslag van den toestand van het Museum van Oudheden voor de Provincie en Stad
Groningen over het jaar 1909. — Het verslag herdenkt het overlijden van het bestuurslid,
den Heer J. Oost Elema. Het aantal bezoekers van het Museum bedroeg 8100. Tijdens
de maskeradeweek werd eene tentoonstelling gehouden van portretten, prenten, enz.
betrekking hebbende op den stadhouder Willem IV. Verschillende belangrijke aanwinsten
werden verkregen, waaronder als geschenken: een deksel van een 14de eeuwsche doodkist
in rooden Bremersteen, waarop kromstaven zijn gebeeldhouwd, vroeger liggende in het
portaal der kerk te Doezum;

een gevelsteen met afbeelding van een koe uit een huis aan de Oosterstraat
(zonder tijdsbepaling);

een 16de eeuwsche voetangel, zooals er gebezigd werden om bij het aanrukken van
den vijand aan een touw in de gracht neer te laten, om het binnenrukken van den vijand
te beletten, en die, na diens aftocht weder uit de gracht getrokken werden;

een empire neteldoeksche damesjapon;

de eenige afslag in goud van de gedenkpenning bij de inwijding van het nieuwe
Academiegebouw op 29 Juni 1907, met afslagen in zilver en in brons;
in bruikleen: verschillende Groningsche munten;

door aankoop : een Frankische bronzen sleutel, gevonden in de wierde van Toornwerd;

een ijzeren kanon, gevonden in een sloot onder Hoekstede en waarschijnlijk afkomstig
van het leger van den bisschop van Munster in 1672;

een schilderij voorstellende het Brood- en Boterhuisje aan de zuidzijde van de
Martinikerk te Groningen, door J. Ensing ± 1850 en

verschillende boekwerken, waarbij ook een bundel met zeldzame gedichtjes en
verhalen in Groninger tongval uit het 2de kwartaal der 19de eeuw, dien wij, wel wat
vreemd, niet bij de aanwinsten der bibliotheek maar bij de voorwerpen vermeld vinden.

De aanwinsten, totaal 9 bladzijden in het verslag beslaande, zijn in het algemeen
zorgvuldig omschreven. Eene opmerking zij ons echter geoorloofd: waarom den deksel van
de doodkist niet in de kerk van Doezum zelf op eene betere plaats opgesteld? Het weg-
sleepen van dergelijke voorwerpen uit hunne omgeving is toch in het algemeen niet gewenscht.
Het feit, dat deze deksel waarschijnlijk behoort bij eene reeds in het Museum aanwezige
steenen doodkist is daarvoor zelfs nog geen afdoende grond.

Koloniaal Museum te Haarlem. ~ Door den heer Cremer, eere-voorzitter van den
raad van het Museum, en eenige belangstellenden is voorgesteld om dit Museum, hetwelk
onvoldoende ruimte vindt in het Paviljoen te Haarlem, naar Amsterdam over te brengen.
De vrij komende ruimte zoude dan ten goede komen aan het Museum van Kunstnijverheid.
Zie uitvoerig het April-nummer van het Tijdschrift der Mij. van Nijverheid en de
»N. R. Ct." van 21 April 1910.

71
 
Annotationen