Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Jaarverslag van den Nederlandschen oudheidkundige bond, uitbegracht in de algemeene vergradering van 1 Juli 1910 te Gouda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0166

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
na de op 7 September verkregen koninklijke goedkeuring, van kracht werden. Zij maakten
het gewoon lid worden van enkele correspondeerende leden mogelijk, terwijl enkele oud-
beheerders als gewone leden zouden hebben moeten aftreden, indien niet het Bestuur met
graagte gebruik had gemaakt van zijn bij art. 4cf. gekregen bevoegdheid hen als leden
te handhaven.

Het aantal gewone leden vermeerderde met ééne vereeniging, de Commissie tot
restauratie van de St. Janskerk te Gouda, en met 4 personen, terwijl daartegenover ons nog
eerst gisteren de treffende tijding bereikte van het overlijden van pastoor van Heukelum van
Jutfaas. Aangesloten zijn nu 34 vereenigingen en 36 personen.

Het aantal correspondeerende leden verminderde door het bedanken van een 4-tal;
door den dood verloren wij er 6, de heeren Hezenmans, Hattink, de Ridder, Kerkhoff,
Begeer, en Heuff; daartegenover stond dat 53 dames en heeren hunne benoeming aannamen.
Het aantal bedraagt dus nu 376.

In het Bestuur werd in plaats van den heer van Rijckevorsel, die niet voor her-
benoeming in aanmerking wenschte te komen, door de Algemeene Vergadering gekozen
Dr. H. E. van Gelder. Een nieuwe verdeeling der bestuursfuncties was daardoor noodig,
vooral daar Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, het voorzitterschap wenschte neer te leggen.
Tot voorzitter werd gekozen Mr. Dr. J. C. Overvoorde, tot ondervoorzitter de heer
F. A. Hoefer, tot penningmeester Mr. P. C. J. A. Boeles, terwijl Dr. H. E. van Gelder
met het secretariaat belast werd.

In de Bulletin-redactie kwam geen verandering. Slechts werd, ten einde steeds het
Bestuur in de redactie vertegenwoordigd te doen zijn, voor het geval van afwezigheid
van Mr. Overvoorde, als zijn plaatsvervanger Dr. van Gelder aangewezen.

In de na de vergadering te Alkmaar verschenen afleveringen van het Bulletin
werden bijdragen opgenomen van de H.H.: Mr. N. Beets, H. L. Coster, Jos. Th. Cuypers,
D. W. van Dam, F. A. Hoefer, J. L. van Ishoven, Dr. R. Jesse, Jan Kalf, Dr. L. A.
Kesper, J. O. Kronig, Dr. W. Martin, Mr. Dr. J. C. Overvoorde, Dr. A. Pit, Jhr. B.
W. F. van Riemsdijk, Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, W. Scheepens, Jhr. Mr. J. Six,
J. F. M. Sterck, Dr. W. Vogelsang, Dr. C. W. Vollgraff, J. J. Weve, Dr. E. Wiersum
en C. F. L. de Wild. Het belangrijk verslag der Commissie ter voorbereiding van
wettelijke bescherming van monumenten en de praeadviezen van de H.H. Jos. Th. Cuypers
en Dr. W. Vogelsang werden in het Bulletin gepubliceerd. Aan de illustraties werd veel
zorg besteed en de drukker, de heer Théonville te Leiden, zorgde voor een goede
behandeling van het drukwerk.

De Commissie voor de gebouwen der Oost- en West-Indische Compagniën bericht
dat haar rapport voor het grootste deel gereed is en dat nog slechts van de gebouwen in
Hollands Noorderkwartier de beschrijving moet inkomen. Zij hoopt echter dat de definitieve
vaststelling niet lang meer op zich zal behoeven te laten wachten.

Ook de samenstelling van het technisch-bouwkundig woordenboek vordert goed,
al kan de voltooiing ervan nog niet in korten termijn in uitzicht worden gesteld.

154
 
Annotationen