Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Monumentenzorg, Museumbeheer, enz. in voorloopig verslag, memorie van antwoord en handelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0030

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
van onze monumenten door het uitzenden eener circulaire om te waarschuwen tegen het
brandgevaar, door loodgieters veroorzaakt. Gaarne zou men echter weten, tot wie die
circulaire gericht was en of door den Minister verzocht is hem mededeeling te doen van
de getroffen maatregelen. Uit het antwoord bleek, dat in bedoelde, aan de Commissarisen
der Koningin gerichte circulaire niet om mededeeling werd gevraagd en slechts de
aandacht werd gevestigd op de wenschelijkheid, om eene verordening in het leven
te roepen.

De Minister wees erop, dat hij telkens als hem mededeelingen bereiken, dat het
plan bestaat, om monumenten te sloopen of onoordeelkundig te restaureeren, zoo spoedig
mogelijk pogingen doet om het onheil te keeren; zijne aandacht bleef voortdurend op
deze aangelegenheid gevestigd.

Zoolang de toestand van ’s Rijks financiën niet gunstiger is, meent de Minister,
dat een wetsontwerp, als verlangd door de Commissie, die door den Oudheidk. Bond
belast is met de bestudeering van de zaak, geen resultaat kan hebben. De meening van
den Minister, als zou bedoeld wetsontwerp finantieele lasten voor den Staat medebrengen,
werd bestreden.

Van het poortje te Enkhuizen zijn, nadat de pogingen tot behoud mislukt waren,
afgietsels gemaakt, die in het Rijksmuseum zullen worden opgesteld.

Ontsiering door reclames. Door eenige leden werd er op aangedrongen maatregelen
te nemen, waardoor de ontsiering van stad en land door hinderlijke reclames enz. zou
worden tegengegaan. Gewezen werd op eene brochure van „Heemschut” en op de maat-
regelen, die in het buitenland tegen dit euvel genomen worden.

De Minister verklaarde zich bereid, aan deze aangelegenheid zijne aandacht te wijden.

Collectie Steengracht. In deze collectie, welke binnen kort onder den hamer komt,
bevinden zich enkele schilderijen, welke voor onze musea van groote beteekenis zijn. Nu
is de Vereeniging „Rembrandt” bereid, zich een ongewoon offer te getroosten. Echter
zullen zonder Rijkssteun de beste doeken niet kunnen worden verkregen.

De Minister wil gaarne verzekeren, dat hij, indien de geldmiddelen dit toelaten,
zal overwegen, in hoever het mogelijk zal zijn om door Rijkssteun te bevorderen, dat de
beste doeken voor onze verzamelingen worden verkregen.

Openstelling van Musea. Eenige leden drongen opnieuw aan op ruimere open-
stelling der musea, welke thans des Zondags in den winter slechts enkele uren toegankelijk
zijn, terwijl velen alleen op dien dag de verzamelingen kunnen bezoeken. De Minister
meende echter met het oog op de gelegenheid, die men den beambten behoort te geven
om de godsdienstoefeningen bij te wonen, in den bestaanden toestand geen verandering
te kunnen brengen.

Uitleenen van voorwerpen uit ’s Rijks musea. Wederom spraken eenige leden er
hunne afkeuring over uit, dat bij voortduring kunstvoorwerpen ten behoeve van buiten-

18
 
Annotationen