Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 6.1913)

1-

r

A

□

□

1

□

□

F-

r

k

□

□

□

□

V





k

L


k

□

□

i

□

□

r\

A

-=0

REGISTER.

^ ? -9

A . . . . (Thomas van der), 232.

Aanwinsten van het Ned. Museum voor ge-
schiedenis en kunst te Amsterdam, met afb.,
169—174; van het Provinciaal Museum van
oudheden te Assen, 49; van het Museum te
Delft, 192; van het Museum »Oud-Dordrecht«,
192; van het Edam’s Museum, 49; van het
Gemeentemuseum te ’s-Gravenhage, met afb.,
30—35; van het Frans Hals-museum te Haarlem,
194; van het Stedelijk Museum »de Lakenhal«
te Leiden, 194—195; van het Museum te Nij-
megen, 195—196; van het Museum van oud-
heden te Rotterdam, 196; van het Museum
Boymans, 254; van de gemeenteverzamelingen
in Utrecht, 196.

Aardenburg, Herstelling van de kerk, 20.

Abeele (P. van den), stempelsnijder, 240.

Adriaansdochter (Aagt), Idaar grafmonument, 118.

Aeken (Hieronymus van). Zie: Bosch.

Aertsen (Pieter), 239; Zijn werk op de Utrechtsche
tentoonstelling, 202.

Aertz. (Ryckaert), Altaarstuk, 105.

Aken (Jan van), Boschachtig landschap, 234—236.

Aken de Waard (J. van), benoemd tot conser-
vator van het Museum te Groningen, 94.

Alessi (Galeazzo), bouwmeester, 121.

Alkmaar, De 17e eeuwsche gevel »De Vigelantie«
met slooping bedreigd, 256.

Amersfoort, Herstelling van den O.-L.-Vrouwe-
toren, 13; Afbraak van de torentjes der Kamper-
binnenpoort, 215.

Ammanati, bouwmeester, 147.

Amsterdam, Vergoeding der kosten van buiten-
landsche reizen van den directeur van het
Prentenkabinet, Drucker-uitbouw aan het Rijks-
museum, 21—22; Onderhandelingen over een
nieuw gebouw voor de Academie van beeldende
kunsten, enz., 23; Commissie van onderzoek
naar den toestand van het Paleis, met afb.,
50; Aanwinsten van het Ned. Museum voor-

geschiedenis en kunst, met afb., 169—174;
Rapport-mr. Kappeyne van de Coppello in
zake de Paleis-Raadhuis-kwestie, 254—255 ; Plan
tot verkoop van de St.-Olofs- of O. Z. kapel, 255.

Anthonys, bouwmeester, 107.

Anthonisz. (Cornelisz.), Penteekening: de kwade
fortuin, 203.

Arkel (Van), geslacht, 182—184.

Arnhem, Herstelling van de Groote kerk, 13,
92 ; St. Eusebius en St. Martinus, schutspatronen
dezer kerk, met afb., 174—182.

Arnhem (Geertruida van), Haar wapen, 178.

Assen, Verslag van het Provinciaal Museum van
oudheden in Drente, 49; Oprichting van de
Drentsche praehistorische Vereeniging, 253.

Assendelft (Bartout van), ridder, Zijn grafzerk, 121.

Assendelft (Hugo van), priester, 141.

Bachet (Laurens), 233.

Backer (A.), Allegorie op de gerechtigheid, 129.

Bacquere (Beatrix de), 31.

Baernt, die glazemakersknecht, 108.

Balk, Verbouwing van het raadhuis, 192.

Barends (Dirck), 233—234.

Batavia, Notulen van het Bataviaansch Genoot-
schap van kunsten en wetenschappen, 48—49.

Beeldhouwwerk, in de St. Bavo enz. te Haarlem,
100—151; Fransche meubelkunst, met afb.,
169—174; Beelden van St. Eusebius, 180; Sar-
cofaag van Jan van Polanen, 190—191 ; Verkoop
marmeren doopvont en gebeeldhouwde kraag-
stukken van de R.-K. z. g. »Buitenkerk« te
Kampen, 192; Details van den pastoriegevel
te Schelluinen, afb., 194; Model van het monu-
ment van Boerhaave in de Pieterskerk te Leiden,
194; Tentoonstelling van Noord-Nederlandsche
beeldhouwkunst vóór 1575, te Utrecht, 202—
203 ; Bespr. van : Johanna Brants’ Antieke terra-
cotta lampen en haar Catalogus [van de] galerij
van gipsafgietsels van het Rijksmuseum van

261